Bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland

Bevrijding van Amsterdam, 8 mei 1945

De bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland vond plaats op het einde van de Tweede Wereldoorlog, durend vanaf eind 1944 tot het voorjaar van 1945.

In het najaar van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse, Canadese en Poolse leger. Deze samenwerkende legers werden de 'geallieerden' genoemd.[1] Het gebied ten noorden van de grote rivieren was nog niet bevrijd; een gewaagde poging daartoe mislukte in september. De bewoners boven de rivieren, vooral in West-Nederland, hadden vervolgens te lijden onder een 'hongerwinter'. Er was bijna geen eten meer; mensen aten bijvoorbeeld tulpenbollen om in leven te blijven. Meer dan 20.000 mensen stierven van honger.

In het voorjaar van 1945 slaagden de geallieerden erin om met een nieuw offensief de grote rivieren over te steken en de Duitse defensie te breken. Op 5 mei 1945 gaf het Duitse leger zich over en was heel Nederland bevrijd (zie Bevrijdingsdag), op enkele Waddeneilanden en een aantal gemeenten na. In Veenendaal werd op 7 mei nog gevochten tussen de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en de SS. Tijdens die gevechten verloren drie BS'ers hun leven. De eerste geallieerde tanks kwamen pas op 9 mei Veenendaal binnenrijden en een dag later was Veenendaal in zijn geheel bevrijd. Op dat moment was Nederlands-Indië nog bezet door het Japanse leger, dat aan de kant van Duitsland stond. Japan gaf zich over op 15 augustus 1945.

  1. Dit waren niet alle geallieerde landen; zie gelinkte artikel voor het volledige overzicht.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search