De tandeloze tijd

De tandeloze tijd is een romancyclus van de Nederlandse schrijver A.F.Th. van der Heijden. Het thema van de cyclus is het 'leven in de breedte'; het vertragen van de tijd door het moment te verbreden in de herinnering, en zo de doorknagende tijd haar tanden uit te trekken. Latere delen richten zich daarnaast op romantische driehoeksverhoudingen en bijkomende gevoelens van jaloezie en minnenijd. Het werk vertoont invloed van de cyclus "À la recherche du temps perdu" ("Op zoek naar de verloren tijd") van de Franse schrijver Marcel Proust (1871-1922). Oorspronkelijk was het de bedoeling van de schrijver om een zelfstandige roman te schrijven onder het pseudoniem Albert Egberts (als tegenhanger van zijn andere pseudoniem Patrizio Canaponi), genaamd Scharen, maar deze werd eerst uitgebouwd tot een trilogie en later tot een veel groter aantal delen.[1][2]

Hoofdpersoon van De tandeloze tijd is Albert Egberts. De cyclus beschrijft zijn jeugd in Geldrop, zijn studententijd in Nijmegen, en zijn leven daarna in Amsterdam. eerst als heroïneverslaafde en later als ex-verslaafde en succesvol toneelschrijver. Het verhaal wordt vanwege het concept van het leven in de breedte niet chronologisch verteld, in plaats daarvan staat in elk deel een periode in zijn leven centraal. Vooral de latere delen zijn eerder thematisch dan chronologisch aan elkaar verbonden. Advocaat van de Hanen, Kwaadschiks, en Stemvorken worden niet vanuit het perspectief van Albert Egberts verteld, in plaats daarvan richten deze delen zich op respectievelijk mr. Ernst Quispel, Quispels cliënt Nico Dorlas, en Alberts vrouw, Zwanet Vrauwdeunt. Albert zelf is in deze delen slechts een bijfiguur.

Van der Heijden verweeft regelmatig gebeurtenissen die in de werkelijkheid hebben plaatsgevonden tot aparte verhaallijnen in de romans. Zo is de dood van kraker Kiliaan Noppen in Advocaat van de hanen gebaseerd op die van Hans Kok,[3] en is in Het hof van barmhartigheid en Onder het plaveisel het moeras het verhaal van Hennie A. uit Lummel gebaseerd op de rechtszaken tegen Annie E. uit Bemmel in 1965 en 1974. Het verhaal van Kwaadschiks is gebaseerd op de moord op een politieagente in Amstelveen in 2008.[4] In Stemvorken wordt verwezen naar de Slag bij Beverwijk, een gevecht tussen Ajax- en Feyenoord-hooligans dat plaatsvond op 23 maart 1997, en wordt er gesproken over een fictioneel vervolg op dit gevecht.[5] Ook zijn de verhalen van Albert Egberts voor een groot deel gebaseerd op het echte leven van Van der Heijden, die zelf ook uit Geldrop komt, in Nijmegen gestudeerd heeft en in Amsterdam een succesvolle schrijver is geworden. Zo komt het verhaal van de 'sneeuwnacht in september', waarin Albert na een nacht uit heroïne aangeboden wordt door een Turkse man in een kroeg, bijna geheel overeen met wat Van der Heijden zelf had meegemaakt tijdens een nacht uit in september 1977 (Van der Heijden sloeg dit aanbod af, terwijl Albert hier uiteindelijk op ingaat).[2][6]

  1. DBNL, De Revisor. Jaargang 30 · dbnl. DBNL. Gearchiveerd op 25 juni 2021. Geraadpleegd op 25 juni 2021.
  2. a b Van den Brink, H.M., "Ik dacht vroeger dat God alle boeken schreef", NRC Handelsblad, 9 december 1983, p. 3. Geraadpleegd op 19 november 2023. – via Delpher.
  3. DBNL, Ons Erfdeel. Jaargang 34 · dbnl. DBNL. Gearchiveerd op 25 juni 2021. Geraadpleegd op 25 juni 2021.
  4. A.F.Th.: moord op Gabrielle Cevat als inspiratiebron. Misdaadjournalist (22 augustus 2015). Geraadpleegd op 25 juni 2021.
  5. A. F. Th van der Heijden, A.F.Th. van der Heijden: ‘Als een virus sluipt de wereld de roman in’. de Volkskrant (8 mei 2020). Geraadpleegd op 25 juni 2021.
  6. Van der Heijden, A.F.Th. (2003). Engelenplaque. Notities van alledag. 1966-2003. (Privé-domein Nr. 250). De Arbeiderspers, p. 306-315. ISBN 978 90 295 2242 7.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search