Hogesnelheidslijn

Dit artikel gaat over de infrastructuur voor de hogesnelheidstrein.
Een TGV en een ICE op Frankfurt am Main Hbf
De Franse TGV V150, de snelste trein op wielen met 574,8 km/h.
ICE's rijden in Nederland over conventioneel spoor.
Zweeftrein in Shanghai

Een hogesnelheidslijn, afgekort als hsl, is een spoorweg geschikt voor hogesnelheidstreinen en, over het algemeen, geschikt is voor snelheden vanaf 250 km/h. Deze spoorlijnen hebben grotere boogstralen dan andere. De hellingpercentages kunnen hoger zijn, tot zo'n 4%, doordat zware goederentreinen geen gebruik maken van deze spoorbanen. Er zijn ook minder drukke hogesnelheidslijnen die gebouwd zijn voor zowel trage goederentreinen als hogesnelheidstreinen. Deze spoorlijnen hebben dan lage hellingpercentages en weinig verkanting. Een goed voorbeeld hiervan is de hsl PerpignanBarcelona, waarop ook goederentreinen rijden. Uit oogpunt van exploitatie zullen passagierstreinen dan overdag rijden en goederentreinen 's nachts, om te voorkomen dat beide treinsoorten elkaar in de weg zitten. Deze lijn wordt bovendien aangelegd in normaalspoor zodat treinen niet omgespoord hoeven te worden naar Spaans breedspoor.

In principe gaat het om nieuw aangelegde lijnen; maar heel vaak rijden hogesnelheidstreinen ook op aangepaste bestaande lijnen die opgewaardeerd zijn en baanvaksnelheden kennen van 200 tot 230 km/h.

Meestal maken alleen hogesnelheidstreinen gebruik van hogesnelheidslijnen; soms (zoals op de hogesnelheidslijn Schiphol - Antwerpen tussen Amsterdam, Rotterdam en Breda en tussen Noorderkempen en Antwerpen, en op HSL 2 tussen Leuven en Luik) rijden er reguliere intercitytreinen tot 200 km/h en lichte goederentreinen over deze lijnen.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search