Holocaust in Nederland

Geëmigreerde Duitse Joden worden in Amsterdam opgepakt (juni 1940).
Deportatie uit Kamp Westerbork
Nederlandse Joden in Buchenwald (1941)

De Holocaust (ook wel Shoah, Shoa of Sjoa genoemd) in Nederland (Hebreeuws: השואה, Ha-Shoah) was de genocide op de Joodse Nederlanders en Joodse vluchtelingen door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Joodse Nederlanders en vluchtelingen werden door de bezetter naar nazi-Duitsland gedeporteerd, waar deze in vernietigingskampen groepsgewijs werden vermoord, de meesten met het dodelijke gifgas Zyklon B, dat in afgesloten doucheruimtes werd verspreid. Vervolgens werden de lichamen van de slachtoffers verbrand in grote crematieovens. Van de naar schatting 140.000 Joden die Nederland in mei 1940 telde, zijn er ongeveer 101.800 vermoord of door ziekte en uitputting om het leven gekomen, wat neerkomt op een schrikbarend hoog percentage van 73%.

De eerste deportaties waren in februari 1941, de massale deportaties begonnen in de zomer van 1942. Vanaf 14 juli 1942 werden Joodse mensen gedeporteerd via Kamp Westerbork, onder het voorwendsel dat men in Duitsland in werkkampen zou belanden. Joodse Nederlanders werden aangeschreven met het bevel zich te melden, waarbij werd gedreigd, dat wie niet op kwam dagen, naar een zwaarder concentratiekamp zou worden gestuurd; concentratiekamp Mauthausen was toen al berucht. Later werden mensen niet meer opgeroepen, maar gelijk gearresteerd. Ook waren er massale nachtelijke razzia's in Amsterdam-Zuid en Amsterdam-Centrum.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search