Kop (insect)

De anatomie van een kever
Bouw van de rups. A – kop, B – borststuk, C – achterlijf, 1 – prothorax scutum, 2 – stigma, 3 – 'echte' poten, 4 – middenachterlijfpropoten, 5 – anale propoot, 6 – anale plaat, 7 – tentakel, a – samengesteld oog, b – ocelli (stemmata), c – labiale palp, d – mandibel, e – labrum met labium, f – frons.

De kop, caput of cephalon van een insect is het voorste van de drie hoofdlichaamsdelen van een insect; de andere twee zijn het borststuk en het achterlijf (abdomen). De kop is evolutionair gezien ontstaan door vergroeiing van een aantal (ca. 6) segmenten; dit is echter normaal gesproken niet of nauwelijks meer waarneembaar. De buitenkant van de kop bestaat uit een harde, sterk gesclerotiseerde laag. Op de voorkant van de kop van een typisch insect bevinden zich onder andere sprieten of antennes; enkelvoudige (ocelli) en samengestelde ogen; de clypeus, de vertex, de frons, de labrum, de mandibels, de maxilla, de lip-, de kaaktasters en de galea. Op de achterkant van de kop zit de occiput. In de kop zit een belangrijk centrum van het neuro-endocriene systeem.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search