Ordeketen

De keten van de Orde van de Serafijnen
Gustaaf III met vier ketens

Een ordeketen is een gouden of zilveren versiersel, bestaande uit schakels, dat over beide schouders wordt gedragen door ridders in sommige ridderorden.

De oudste ridderorden waren kruisridderorden. Als teken van de onderlinge verbondenheid droegen de Ridders een zwart, rood of groen kruis op hun mantel. De latere Europese Orden van de middeleeuwen droegen allerlei uiterlijke kentekenen zoals geborduurde draken, ringen en zelfs kledingstukken zoals de kousenbanden.

In de late middeleeuwen kwam het accent meer op het kleinood van de Orde dan op de gemeenschap van de ridders te liggen en werd een keten met daaraan een medaillon, dier of kruis het gebruikelijke insigne.

In de 17e eeuw werden deze ketens steeds minder gedragen. Men bewaarde ze voor formele gelegenheden en in het dagelijks leven werd een geborduurde ster of een kleinood aan een lint om de hals gedragen. Uit dit kleinood, dat bij het rijden in het gezicht kon slaan en daarom in de 17e eeuw ook wel onder de oksel door werd getrokken, ontwikkelde zich het grootlint. Anderen droegen hun ordeteken liever aan een lint in het knoopsgat.

De oudste ridderorden hadden slechts één rang maar in de 18e eeuw ontstonden ridderorden die geen gemeenschappen maar Orden van Verdiensten waren en drie of meer graden of rangen kenden.

Het was gebruikelijk dat de hoogste van de rangen, de Grootkruisen of Grootcommandeurs dan een ordeketen droegen waar de lagere rangen het met kleinoden aan linten moesten doen. Dit systeem is in een aantal van de oudste ridderorden, in Groot-Brittannië, Denemarken en Spanje, tot in deze tijd bewaard gebleven.

Napoleon I besloot in 1805 zijn eenvoudige Legioen van Eer uit te breiden met een nieuwe, zeer exclusieve, rang; de "Grand-Aiglon". Deze "Grote Adelaars" droegen een ster en een ordeketen.

In de loop van de 19e eeuw ontstonden overal ridderorden die een keten als hoogste en bijzondere rang, boven de Grootkruisen, kenden. Voor de ceremoniemeesters en chefs van het protocol was dit ook gemakkelijk omdat ministers recht hebben op een Grootkruis en men dan de keten voor Staatshoofden kon reserveren. Er zijn ook Orden waarin met het Grootkruis mét of zonder de keten kan ontvangen. In een aantal gevallen is dat een bezuiniging maar in andere orden is de keten later toegevoegd om staatshoofden passend te kunnen onderscheiden.

In moderne orden is de keten geenszins in onbruik geraakt maar ze worden alleen in Zweden, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk , Spanje en Portugal nog vaak bij ceremoniële gelegenheden gedragen. Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse presidenten dragen de keten van hun hoogste orde geregeld op uniformen en op burgerkleding om hun hoge status te benadrukken.

In Nederland is rond 1815 sprake geweest van het instellen van een keten die gedragen zou worden door de Grootkruisen in de Militaire Willems-Orde maar het is bij ontwerptekeningen gebleven. België kent wél ketens voor de Grootlinten en Grootkruisen in de Leopoldsorde en de Orde van de Leeuw. Deze laatste keten wordt, net als de Orde van de Leeuw, niet meer gedragen.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search