Paddenstoel (schimmel)

Vliegenzwam
Een mandje paddenstoelen, vooral champignons
Berkenzwam (Piptoporus betulinus)
Groene knolamaniet met hoed, steel, manchet en beurs.

Een paddenstoel is het vruchtlichaam van veel soorten van schimmels (zwammen). Paddenstoelen vormen maar een klein deel van de schimmel, waarvan het grootste deel zich in de bodem bevindt in de vorm van schimmeldraden (hyfen).

De meeste paddenstoelen worden gevormd door de basidiomyceten, met name de orde Agaricales. Een paddenstoel is globaal opgebouwd uit een steel, een hoed en een groot aantal lamellen aan de onderzijde van de hoed. De lamellen produceren microscopische sporen die nodig zijn voor de voortplanting van de schimmel. De term 'paddenstoel' kan ook verwijzen naar de steelloze vruchtlichamen van ascomyceten.

Inktzwammen

De snelle groeiwijze, de grillige vormen en de kleuren van paddenstoelen werden vanuit het volksgeloof vaak toegeschreven aan tovenarij. Zo kregen paddenstoelen namen als duivelsei, satansboleet en heksenboleet. Een heksenkring is een natuurlijk ontstane cirkel van paddenstoelen.[1]

  1. Bakkum, Anneke Eetbare Paddenstoelen. Spectrum Eten+Drinken (Bijlage Menu nummer 3)

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search