Qing-dynastie

大清
Qing-dynastie
 Ming-dynastie
 Shun-dynastie
1644 – 1912 Republiek China (1912-1928) 
Republiek Formosa 
Autonoom Mongolie (1911–1924) 
Geschiedenis van Tibet (1912-1951) 
Brits Hongkong 
(Details)
Kaart
1892
1892
Algemene gegevens
Hoofdstad Peking
Bevolking 1650: 260.000.000
1850: 450.000.000
1910: 535.000.000
Talen Chinees, Mantsjoe
Volkslied Gong Jin'ou (1911)
Munteenheid koperen kèpèngs en zilveren Tael
Regering
Regeringsvorm Monarchie
Dynastie Huis Aisin Gioro
Staatshoofd Keizer

De Qing-dynastie (Chinees: 清; pinyin: Qīnɡ), ook wel Mantsjoe-dynastie, was de laatste keizerlijke dynastie van China. Zij volgde de Ming-dynastie in 1644 op en werd zelf vervangen door de Republiek China in 1912.

De oorsprong van de dynastie lag in Mantsjoerije bij de Aisin Gioro, een van de vele clans die in het gebied leefden. Onder Nurhaci (1559–1626) wist de clan door verovering en allianties de dominante te worden van alle stammen van de Jurchen en overige stammen ten noordoosten van het Chinese rijk. Nurhaci wist die te verenigen in een confederatie. In 1616 benoemde hij zijn dynastie als de Latere Jin. Onder zijn zoon Hong Taiji (1592–1643) kwam de multi-etnische coalitie tot stand die hij in 1635 als Mantsjoes benoemde. In 1636 hernoemde Hong Taiji de dynastie en gaf die de naam Qing. (Helder). In 1644 veroverden de Mantsjoes Peking. Na de inname van Peking zou het nog veertig jaar duren voordat de Qing hun macht in het gehele land daadwerkelijk hadden geconsolideerd.

De Qing vormden het grootste Chinese rijk ooit. De omvang van het rijk werd vergeleken met dat van de Ming meer dan verdubbeld. Het aantal inwoners van het rijk aan het eind van de dynastie was met ruim 500.000.000, het dubbele van het aantal in het begin van de dynastie. Met name vanaf de achttiende eeuw waren er in het rijk groepen aanwezig die daarvoor nooit deel hadden uitgemaakt van een Chinese staat, zoals Tibetanen, Oeigoeren, sommige groepen Mongolen, Birmezen en inheemse groepen op Taiwan. Het rijk van de Qing had een veel multi-etnischer karakter dan het rijk van welke dynastie daarvoor ook. Er is onder westerse historici ook wel een debat geweest of de Mantsjoe-keizers hun rijk nu als een Chinees rijk zagen of als een Qing-rijk waarvan China wel de verreweg belangrijkste maar niet de enige component was. Die laatste opvatting werd door Chinese historici fel bestreden. De huidige Volksrepubliek legitimeert huidige grenzen en aanspraken op betwist gebied op basis van ontwikkelingen tijdens deze dynastie. Ook de republiek China deed dat tussen 1912 en 1949.

Om een rijk met die omvang te kunnen regeren creëerden de Qing nieuwe en meer effectieve vormen van bestuur en communicatie. Tijdens de bloeiperiode van de dynastie, eind zeventiende tot eind achttiende eeuw, werd een productieniveau en welvaart bereikt dat aanzienlijk hoger was dan in welke dynastie daarvoor. De gemiddelde levensstandaard tijdens de achttiende eeuw was in China vermoedelijk hoger dan in West-Europa.

Aan het eind van de achttiende eeuw zijn er echter ook al tekenen dat het systeem begint te falen en onvoldoende in staat is problemen op te lossen. De contacten en handel met Europa speelden in strategisch opzicht lang slechts een marginale rol in de periferie. Pas vanaf de Eerste Opiumoorlog van 1839–1842 gaan gebeurtenissen in China voor een deel bepaald worden door westerse interventie en imperialisme. De dynastie is dan al ernstig verzwakt en overleefde de Taipingopstand van 1850–1864 nauwelijks. Vanaf de periode na deze opstand waren er facties aanwezig, die zich de noodzaak van hervormingen realiseerden. Het doel van de Zelfversterkingsbeweging was de introductie van westerse militaire technologie en het starten van een industriële ontwikkeling naar westers model juist om de Qing-dynastie te laten overleven en traditionele confuciaanse waarden te handhaven. Een aantal elementen hadden ook wel enig succes.

Meer in het algemeen was er toch te weinig blijvend resultaat vanwege het ontbreken van een op nationaal niveau consistent uitgevoerd moderniseringsbeleid. Er was daarnaast bij aanzienlijke groepen in de samenleving de opvatting dat zelfs een beperkte modernisering al gelijk stond aan cultureel verraad waardoor er uiteindelijk onvoldoende draagvlak was voor het consequent invoeren en toepassen van technologische en wetenschappelijke veranderingen. Na de Bokseropstand van 1899–1900 vond een herleving van een aantal hervormingen plaats die bekendstaat als De Nieuwe Politiek. Het zouden juist de instituten zijn, die gecreëerd waren door De Nieuwe Politiek vanaf 1901, zoals nieuw gevormde legerkorpsen, Kamers van Koophandel en provinciale assemblees die zouden zorgen voor de val van de dynastie.

Geschiedenis van China
Geschiedenis van China
Geschiedenis van China
de traditioneel als legitiem beschouwde dynastieën zijn vet gedrukt
Chinese
Prehistorie
Mythische Tijd
Xia-dynastie
Shang-dynastie
Zhou-dynastie
Westelijke Zhou
Oostelijke Zhou
Lente en Herfst
Strijdende Staten
Qin-dynastie
Han-dynastie
Westelijke Han
Xin-dynastie
Oostelijke Han
Drie Koninkrijken
Shu
Wu
Wei
Jin
Westelijke Jin
Oostelijke Jin
Zestien Koninkrijken
Zuidelijke en Noordelijke Dynastieën
Sui-dynastie
Tang-dynastie
Wu Zhou
 
Liao
Vijf Dynastieën Tien Koninkrijken
Noordelijke Song Song-dynastie
Jin Westelijke Xia Zuidelijke Song
Yuan-dynastie
Ming-dynastie
Qing-dynastie
Republiek China
Volksrepubliek China Republiek China (Taiwan)
Portaal  Portaalicoon  China
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search