Translatie (biologie)

De productie van een polypeptide op basis van de genetische code in het mRNA binnen een ribosoom

Translatie is het biologische proces waarbij de eiwitcoderende sequentie van een mRNA-molecuul gebruikt wordt voor de synthese van een eiwit. De volgorde van nucleotiden, opgeslagen in een mRNA-streng, wordt tijdens de translatie vertaald naar een volgorde van aminozuren. De translatie speelt zich af in het ribosoom en verloopt aan de hand van transfer-RNA (tRNA).

Het tRNA brengt een bepaald aminozuur naar een groeiende polypeptideketen. De overdracht vindt plaats met behulp van triplets van nucleotiden, doordat elk van deze triplets is gebonden aan een aminozuur. Een mRNA-triplet is een codon en de complementaire tRNA-triplet een anticodon. Nadat aan een triplet van het mRNA een passend tRNA gekoppeld is, wordt het aan het tRNA hangende aminozuur met een peptidebinding aan de eiwitketen gekoppeld. Het vorige tRNA verlaat, nu zonder een aminozuur, het ribosoom. Vervolgens kan een volgende tRNA aan het mRNA gaan zitten en herhaalt zich het proces. Het ribosoom wandelt tijdens dit proces met een stapgrootte van een codon over het mRNA. Aan het eind van het mRNA zit een stopcodon, waaraan zich geen tRNA kan aanhechten. Daar stopt de aanmaak van het eiwit.

Bij de binding aan het ribosoom bindt het tRNA in de A-plaats van het mRNA, maar alleen wanneer het anticodon van het tRNA overeenkomt met het codon van het mRNA in de A-plaats. Zo bindt AAG op het tRNA als anticodon dus met UUC op het codon in de A-plaats van het ribosoom. Het anticodon en de bindingsplaats voor het aminozuur bevinden zich ten opzichte van elkaar aan de andere kant van het tRNA. tRNA wordt afgelezen door RNA-polymerase III.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search