Vertrouwensregel

De vertrouwensregel is in de politiek een ongeschreven regel van het Nederlandse staatsrecht die inhoudt dat een minister, staatssecretaris of het kabinet als geheel, moet aftreden als zij niet langer het vertrouwen geniet van beide Kamers van de Staten-Generaal. Daarmee wordt bedoeld dat een meerderheid van de Kamerleden achter het beleid van de bewindspersonen afzonderlijk, en van het kabinet moeten staan. Verliest een bewindspersoon het vertrouwen kan in de regel door het kabinet verder worden geregeerd, alleen de persoon moet worden vervangen en gemaakte fouten gecorrigeerd. Verliest een kabinet het vertrouwen kan in de regel niet verder worden geregeerd, omdat er voor wetsvoorstellen en begrotingen geen meerderheid in het parlement meer kan worden behaald.[1] Het is de hoofdregel van het Nederlands parlementair stelsel.

De vertrouwensregel is zelf geen wettelijke bepaling, maar heeft wel een basis in de Grondwet. Daar is als recht en taak van de volksvertegenwoordiging vastgelegd, de regering te controleren. Daaruit vloeit voort dat het kabinet en de ministers verantwoording over hun werk moeten afleggen aan het parlement. Het kabinet is verantwoordelijk voor het beleid dat het maakt en uitvoert. Elke minister is verantwoordelijk voor het eigen werk, dat van de staatssecretaris(sen), het overige werk van het ministerie en dat van alle andere staatsrechtelijke eenheden die onder zijn ministerie vallen. Ministers zijn ook verantwoordelijk voor alle handelingen van het staatshoofd (koning of koningin), dat heet ministeriële verantwoordelijkheid en is ook vastgelegd in de Grondwet, vanaf 1840. Het uiterste instrument dat Kamerleden in de hand hebben om hun goedkeuring of afkeuring uit te spreken over het gevoerde beleid, is het opzeggen van vertrouwen.

Het kenbaar maken van een gebrek aan vertrouwen kan gebeuren door het aannemen van een motie van wantrouwen. In Nederland werd dat op 27 september 1866 voor het eerst gedaan.[2] De regel dat een bewindspersoon of het kabinet daarna ontslag indient, is ontstaan uit een aantal incidenten omtrent de ministeriële verantwoordelijkheid.

In Nederland is het niet gebruikelijk bij eerste aantreden van een nieuw kabinet voor de volksvertegenwoordiging, een motie van vertrouwen aan te nemen, zoals in enkele andere landen wel het geval is.[bron?]

  1. De Tweede Kamer en het kabinet. www.tweedekamer.nl. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Geraadpleegd op 8 maart 2024.
  2. Prof. mr. Paul Bovend'Eert, Het ontstaan van de vertrouwensregel van het parlementaire stelsel. www.montesquieu-instituut.nl. Geraadpleegd op 8 maart 2024.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search