Volkskammer

Politiek in de Duitse
Democratische Republiek


Dit artikel maakt deel uit van de serie:
Politiek in de voormalige DDR



Portaal  Portaalicoon  Politiek

Volkskammer was de benaming van het Oost-Duitse eenkamerparlement (1949-1990; tot 1952 was er nog een Länderkammer). Tot 1989 waren alle leden van de Volkskammer lid van partijen en massaorganisaties in het Nationale Front, welke bestond uit "alle progressieve krachten van de Duitse Democratische Republiek". Dit waren de partijen:

  • de communistische Sozialistische Einheitspartei Deutschlands, SED
  • de christendemocratische CDU
  • de liberale LDP
  • de boerenpartij DBD en
  • de nationaaldemocratische NDPD

en verder de 'massaorganisaties':

Op 7 oktober 1949 kwam de eerste Provisorische Volkskammer in Oost-Berlijn bijeen. Zij was ontstaan uit de Tweede Duitse Volksraad, die als voorlopig parlement van de Sovjet-bezettingszone (SBZ) diende. Op 15 oktober 1950 werden de eerste Volkskammerverkiezingen gehouden. De eenheidslijst van het Nationaal Front kreeg 99,4% van de stemmen.[1]

Erich Honecker in de Volkskammer oktober 1976

Volgens de grondwet van de DDR, artikel 48[2], was de Volkskammer het hoogste machtsorgaan van de DDR dat tijdens "plenaire sessies de beslissingen neemt over basisvraagstukken van het staatsbeleid" en "Niemand kan haar rechten beperken." Ook wordt de Volkskammer "het enige wetgevende en constituerende orgaan" van de DDR genoemd. In theorie was de Volkskammer het opperste machtsorgaan, maar in praktijk lag de hoogste macht bij het Politbureau van het Centraal Comité van de SED. Dat de Volkskammer geen werkelijke macht uitoefende blijkt wel uit het feit dat zij maar twee- tot viermaal per jaar bijeen kwam. In de tussentijd fungeerde het Presidium van de Volkskammer[3].

Zaal van de Volkskammer in het Palast der Republik, 1976

Tijdens de jaarlijkse zittingen had de Volkskammer de taak nieuwe wetgeving goed te keuren en rapporten te bestuderen over de voortgang van het beleid. De Volkskammer keurde de wetsvoorstellen van de regering altijd goed, op één uitzondering na: in maart 1972 stemden 14 leden van de CDU tegen het wetsvoorstel om abortus te legaliseren en nog eens acht leden van de CDU-fractie onthielden zich van stemming. Het wetsvoorstel werd overigens met overgrote meerderheid aangenomen, de CDU-fractie bestond slechts (1954-1986) uit 52 leden, waarvan de meerderheid vóór het voorstel stemde.

Eens in de vier, later vijf jaar koos een nieuwe Volkskammer de Staatsraad[4] en de Ministerraad van de DDR. Beide organen werden gedomineerd door de SED.

  1. Winkler Prins Jaarboek 1951, blz. 1999.
  2. Grondwet van de DDR
  3. [Het Presidium zelf kon niet mee beslissen over het beleid, dan kon alleen een voltallige Volkskammer]
  4. [De Staatsraad bestond van 1960 tot 1990, voor die tijd kende de DDR een president (Wilhelm Pieck) die door de Volkskammer werd gekozen]

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search