Werfkelder (Utrecht)

Dit artikel gaat over de Utrechtse werfkelders. Voor het algemene artikel zie Werfkelder
Gedeelte van de Oudegracht met aan beide zijden werven en een aaneenschakeling van werfkelders. Houten beschoeiingen en bouwsels als kippenhokken zijn in deze foto uit omstreeks 1900 nog te zien

De stad Utrecht staat bekend om haar binnenstad met werfkelders langs de binnengrachten. Het aantal van vele honderden Utrechtse werfkelders ontstond vanaf omstreeks 1150 uit particuliere initiatieven dankzij een veranderde waterhuishouding langs de Oudegracht, Nieuwegracht, Kromme Nieuwegracht, Drift en Plompetorengracht. In het verleden bevonden zich ook langs de Stadsbuitengracht een of meer werfkelders. Oorspronkelijk waren de kelders bedoeld als opslag- en doorgangsruimte voor goederen die gelijkvloers aan- en afgevoerd konden worden over water. Vanuit het bovenliggende pand op straatniveau kon de kelder bovendien nog binnendoor worden bereikt. Karakteristiek is dat de werfkelders onder de openbare weg liggen.[1]

Het geheel van vooral werven, kelders en bruggen vormde een middeleeuwse stadshaven samen met de zo'n vijf kilometer aan binnenstadsgrachten.

  1. De verschillende bouwdelen langs de Utrechtse grachten zijn niet eenduidig benoemd in literatuur en de gehanteerde benamingen niet vanzelfsprekend. Zo heet een werfkelder voor een huis zonder werf, nog steeds een werfkelder. De volgende definities in dit artikel zijn op basis van F.J. van der Vaart en A. van Riezen op blz. 6 aangehouden:
    * werfmuur: de muur tussen de werf en de werfkelderruimte;
    * kluismuur: bij werfloze kelders de muur tussen de werfkelderruimte en de gracht;
    * walmuur: de (gedeeltelijk) gemestelde muur waar de werf in de gracht overgaat.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search