Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (kortweg Wet Vpb 1969) regelt een directe belasting die Nederland heft over de "winst" die door rechtspersonen wordt behaald. Het tarief is licht progressief volgens twee schijven (19% en 25,8%).

De wet kan economisch worden gezien als een inkomensbelasting voor rechtspersonen. Het inkomen van natuurlijke personen valt niet onder de Wet Vpb 1969, maar onder de Wet inkomstenbelasting 2001.

In 2022 bedroeg de opbrengst van de vennootschapsbelasting iets meer dan € 38 miljard (ongeveer 16,5% van de totale rijksbelasting op inkomen, winst en vermogen).[1] De opbrengst 2023 wordt geraamd op € 42,5 miljard.[2] De vennootschapsbelasting is daarmee de op twee na meest opbrengende rijksbelasting (na de omzetbelasting en de loonbelasting).

Voor vennootschapsbelasting in het algemeen, zie vennootschapsbelasting.

  1. Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (17 mei 2023). Geraadpleegd op 11 september 2023.
  2. Voorjaarsnota 2023 (28 april 2023). Geraadpleegd op 11 september 2023.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search