Zon

Zie Zon (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Zon.
Zon
Een ingekleurde satellietfoto van de zon,
vastgelegd door de Stereo-missie in 2010
Symbool Symbool
Type Gele dwerg
Fysische gegevens
Leeftijd ~ 4,59 miljard jaar
Diameter 1,393 miljoen km
Massa 1,989×1030 kg
Valversnelling 274 m/s2
Ontsnappingssnelheid 619,3 km/s
Oppervlaktetemperatuur 5780 K
Dichtheid (ρ) In de kern:
148 g/cm3
Rotatietijd Equator: 25,38 dagen
45° NB/ZB: 27,4 dagen
Spectraalklasse G2V
Absolute helderheid 4,83 mag
Fysische samenstelling 70% H, 28% He,
0,9% O, 0,4% C,
0,15% Ne, 0,15% Fe,
0,09% N, 0,08% Si,
0,07% Mg, 0,05% S
Waarnemingsgegevens
Schijnbare helderheid −26,74 mag
Afstand tot Aarde /
centrum van Melkweg
1 AE /
27 000 lichtjaar
Portaal  Portaalicoon   Astronomie

De zon is de ster die het dichtst bij de aarde staat en het centrum van het zonnestelsel vormt. De zon is een middelgrote ster in een buitenste arm van het Melkwegstelsel. Vanaf de aarde gezien is de zon verreweg het helderste object aan de hemel; de zon bepaalt dan ook het gebruikelijke onderscheid tussen dag en nacht. De zon is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de warmte in de aardatmosfeer en is de belangrijkste bron van energie voor het leven op aarde.

De zon is opgebouwd uit zeer heet plasma. Ze bevat ruim 99% van de materie van het zonnestelsel, voornamelijk waterstof en helium.[1] Het binnenste deel van de zon is zo heet en dicht dat er kernfusie plaatsvindt: iedere seconde wordt er ongeveer 600 miljoen ton waterstof omgezet in helium. De energie die daarbij vrijkomt, wordt grotendeels uitgestraald in de vorm van straling, waaronder zichtbaar licht. Het oppervlak van de zon vertoont een wisselend aantal zonnevlekken, die veroorzaakt worden door lokale magneetvelden die de convectie remmen.

De zon wordt geclassificeerd als een dwergster (gele dwerg). De zon ontwikkelde zich ongeveer 4,6 miljard jaar geleden en bevindt zich nu halverwege de hoofdreeks.[2][3] Over enkele miljarden jaren zal de zon zijn volgende ontwikkelingsfase ingaan. Het waterstof binnen de zonnekern zal opraken, waardoor de kern onder zijn eigen gewicht ineenstort. De zon zal vervolgens in hitte en grootte toenemen (rode reus), en daarbij Venus en Mercurius verzwelgen en de aarde onbewoonbaar maken. Aan het eind van zijn levensloop zal de zon zijn buitenste lagen loslaten (planetaire nevelfase) en transformeren in een witte dwerg.

De zon heeft door zijn enorme invloed op de mens een grote culturele en mythologische waarde. De zon werd en wordt in sommige culturen beschouwd als een godheid: zonnegoden duiken op in veel verschillende mythologieën. De synodische rotatie van de aarde en haar baan rond de zon vormen de basis van zonnekalenders, waaronder de Gregoriaanse kalender die wereldwijd veel gebruikt wordt.[4]

  1. (en) Woolfson, M. (2000). The origin and evolution of the solar system. Astronomy & Geophysics 41 (1). DOI: 10.1046/j.1468-4004.2000.00012.x.
  2. (en) Judge, P. (2020). The Sun: A very short introduction. Oxford University Press, p. 52. ISBN 978-0-19-883269-0.
  3. (en) In Depth: Our Sun. Solar System Exploration. NASA (15-10-2021). Geraadpleegd op 09-11-2021.
  4. (en) Judge, P. (2020). The Sun: A very short introduction. Oxford University Press, "Chapter 1: The Sun, our star". ISBN 978-0-19-883269-0.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search