Gebiedsbombardement

Een gebiedsbombardement of oppervlaktebombardement is de naam voor de Britse tactiek gebruikt in de Tweede Wereldoorlog vanaf begin 1942 om het strategisch bommenwerpersoffensief tegen Duitsland verder te zetten door hele steden te vernietigen.[1]

Eind 1941 realiseerden de Britten zich dat hun precisiebombardementen bij nacht zo onnauwkeurig waren, dat doelen zelden geraakt werden. Aangezien de Duitse luchtverdediging te sterk was kon men niet overschakelen op dagbombardementen, en omdat het strategisch bommenwerpersoffensief op dat moment het enige middel was waarmee men de oorlog naar Duitse bodem kon brengen, besloot men toch verder te gaan met dit offensief, maar met een andere tactiek. Voortaan zou men steden bombarderen, die zodanig groot zijn dat zelfs bij onnauwkeurig bombarderen de meeste bommen op de stad zouden vallen.[2] Daarbij werd niet langer de industrie geviseerd, maar de woongebieden.[3] De bommen kwamen dus verspreid over een groot gebied neer, vandaar dat de Britten eufemistisch van ‘area bombing’ spraken.[4][5][1][6] De Duitsers noemden dit een ‘Flächenbombardement’[6] of ‘Terrorbombardierung’.[7] Bij een gebiedsbombardement is het de bedoeling om de stad door vuur te verwoesten, niet door explosies.[8] Daartoe wordt een uitgebalanceerde bommenlading gebruikt van grote hoeveelheden kleine brandbommen, luchtmijnen en hoogexplosieve bommen al of niet met tijdsontsteking.

Een gebiedsbombardement onderscheidt zich van een tapijtbombardement doordat er een doelmarkering plaatsvindt, zodat alle vliegtuigen op hetzelfde punt richten. Waar men bij een tapijtbombardement ernaar streeft om elk deel van het doelgebied met dezelfde intensiteit te bestoken, is het de onnauwkeurigheid van het bombarderen bij nacht dat ervoor zorgt dat de bommen over een groot gebied verspreid worden. Een gebiedsbombardement vindt bij nacht plaats, terwijl tactische tapijtbombardementen overdag plaatsvinden, om de afbakening van het doelgebied te kunnen respecteren. Aangezien 's nachts niet in formatie gevlogen kan worden, valt elk vliegtuig individueel het doel aan en is een goede doelmarkering essentieel voor een gebiedsbombardement. Bij het evolueren van de tactiek van gebiedsbombardementen stond het verbeteren van doelmarkering centraal en doelmarkering werd een specialiteit voor een specifieke tak van Bomber Command, de Pathfinders.[9]

  1. a b Davies 2006, p. 299.
  2. Holland 2017, p. 173.
  3. Taylor 2005, p. 127.
  4. Middlebrook 1996, pp. 238-240.
  5. Beevor 2012, p. 488.
  6. a b Piekalkiewicz 1978, p. 194.
  7. Bekker 1964, p. 399.
  8. Middlebrook 1973, p. 29.
  9. Holland 2017, pp. 400-407.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search