Alanen

Voor het eiland, zie Alanen (eiland).
Leefgebied van de Alanen en hun buurvolken in de 1ste eeuw v.Chr.

De Alanen (Grieks: Alanoi, Latijn: Alani, Halani) waren een Iraanse nomadenstam, die deel uitmaakte van het volk der Sarmaten en nauw verwant was aan een andere stam, de Roxolanen. Hun taal behoorde tot de noordoostelijke tak van de Iraanse talen, samen met het Sogdisch en het daarvan afstammende Yaghnobi. Behoudens de Ossetisch sprekende Osseten en een zeer klein aantal Yaghnobi is die tak nu vrijwel uitgestorven.

De naam "Alanen" en alle varianten daarvan, komt uit een Iraans dialect dat "Ariërs" betekent - het woord "aryan" zelf is Sanskriet voor "nobel". Het woord is verwant aan de naam "Iron", waarmee de Ossetische nazaten van de Alanen zichzelf aanduiden. De naam "Osseten" is ontleend aan de Georgische naam voor dat volk "Osi", waar "Oseti" het "land van de Osi" betekende.

Ammianus Marcellinus, Romeins historicus uit de 4e eeuw n.C., beschouwde de Alanen als afstammelingen van de Massageten. Volgens hem versloegen zij veel volkeren, o.m. Nervii, Vidiani, Geloni en Agathyrisi en assimileerden ze. Hij schreef: "Dus de Alanen . . . hoewel ze ver van elkaar gescheiden zijn en over grote gebieden zwerven, net als nomaden, verenigden zich in de loop van de tijd onder één naam en worden ze Alanen genoemd vanwege de gelijkenis in hun gebruiken, hun woeste manier van leven en hun wapens"." [1] Uit de opmerkingen van Ammianus mag men concluderen dat de Alanen een culturele entiteit waren die uit veel volkeren bestond en niet alleen uit een taalkundige of "raciale" groep. [2]

  1. Ammianus Marcellinus, XXXI, 2, 13-17
  2. Barach, Bernard S. (1973), A History of the Alans in the West, University of Minnesota Press, pag 19

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search