Autobiografie

Een autobiografie (Grieks: αὐτός zelf, βίος leven, γράφειν schrijven) is de beschrijving die iemand geeft van diens eigen levensloop, of van belangrijke periodes daaruit. De autobiografie toont vaak de geestelijke ontwikkeling van de schrijver en kan ook geschreven zijn als een meer of minder zakelijk verslag waarin met externe gebeurtenissen een tijdsbeeld wordt gegeven van de periode waarin de auteur heeft geleefd.[1]

De meeste schrijvers beginnen pas op gevorderde leeftijd aan hun autobiografie, die dan ook terugblikt op hun hele leven. De autobiografie wordt daardoor onderscheiden van het dagboek, dat direct op de gebeurtenissen reageert. Wanneer autobiografische teksten slechts bestaan uit een reeks losse aantekeningen, of slechts een bepaalde periode uit het leven van de schrijver beslaan, wordt veelal gesproken over memoires of herinneringen. Bij memoires staat de eigen persoonlijkheid vaak ook minder centraal en ligt de nadruk meer op personen die de auteur heeft gekend en gebeurtenissen uit diens leven.[1]

De schrijver van een autobiografie kan gebruikmaken van een ghostwriter, die het boek een betere vorm geeft. Soms wordt deze expliciet vermeld en heeft de autobiografie de ondertitel zoals verteld aan. Er blijft echter altijd een duidelijk onderscheid bestaan met de biografie, die door een ander geschreven wordt en in de derde persoon is gesteld. Het aantrekkelijke van de autobiografie is de persoonlijke toets die de schrijver aan de gebeurtenissen geeft. Daar staat tegenover dat niet iedereen die een interessant leven heeft geleid ook goed kan schrijven en dat schrijvers maar al te vaak een sterk vertekend beeld van de gebeurtenissen in het verleden geven.

Sinds de jaren vijftig van de 20e eeuw spreekt men in dit kader van egodocumenten, als overkoepelende term voor autobiografische werken.

  1. a b Spectrum Encyclopedie, Uitgeverij Het Spectrum en Aurex, 2005.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search