Bahai-pelgrimsreis

De graftombe van de Báb en haar terrassen

Een bahai-pelgrimsreis bestaat uit een bezoek aan de heilige plaatsen van het bahai-geloof in Haifa, Akká en Bahjí in het Bahai-wereldcentrum in Noordwest-Israël. Bahai-gelovigen hebben geen toegang tot andere plaatsen aangewezen als locaties voor de pelgrimsreis.

Bahá'u'lláh verordende in de Kitáb-i-Aqdas de pelgrimsreis naar twee plaatsen: het Huis van Bahá'u'lláh in Bagdad, Irak en het Huis van de Báb in Shiraz, Iran. In twee afzonderlijke tafelen bekend als Suriy-i-Hajj, heeft hij specifieke riten voorgeschreven voor elk van deze plaatsen (het gebod over het scheren van het hoofd voor de pelgrimsreis werd in de Kitáb-i-Aqdas afgeschaft). Het is verplicht om de pelgrimsreis te maken "als men het zich kan veroorloven en ertoe in staat is en als er geen obstakel in de weg staat". Bahai-gelovigen zijn vrij om te kiezen tussen de twee huizen, een bezoek aan één ervan is voldoende. Later heeft 'Abdu'l-Bahá de graftombe van Bahá'u'lláh in Bahjí (de Qiblih) aangewezen als een plaats voor pelgrimage. Hiervoor zijn geen riten voorgeschreven.

De aangewezen locaties voor de pelgrimsreis zijn voor de meeste bahai-gelovigen ontoegankelijk, omdat ze in Irak en Iran staan. Dus wanneer de gelovigen spreken over de pelgrimsreis, bedoelen zij de negendaagse pelgrimsreis die plaatsvindt in het Bahai-wereldcentrum in Haifa en Akká in Israël. Deze reis dient niet ter vervanging van de pelgrimsreis naar de aangewezen plaatsen. Het is de bedoeling dat de bedevaart naar het Huis van de Báb en het Huis van Bahá'u'lláh zullen plaatsvinden in de toekomst.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search