Cainieten

Categorie Gnosis
Gnosis
Begrippen
Portaal  Portaalicoon  Religie

De Cainieten waren een door een aantal kerkvaders veronderstelde gnostische groepering. Zij werden door Clemens van Alexandrië (overleden 215), Hippolytus (170-235) en Origenes (ca. 185 – 253/254) geassocieerd met de sekte van de Ophieten. De naam van de laatste sekte is ontleend aan de veronderstelling dat zij de slang (Grieks ophis) in het paradijs zouden vereren als brenger van gnosis. Tertullianus (ca. 160 - ca. 230) schreef ook over "een vrouwelijke adder van de ketterij van de Cainieten die orthodoxe christenen zou trachten te bekeren".

Pseudo-Tertullianus (na ca. 230) is de eerste die expliciet een aantal leerstellingen van de Cainieten benoemde. Die waren echter voor een groot deel gebaseerd op een eerdere beschrijving van een aantal leerstellingen van Ireneüs (ca. 140 -202). In zijn werk Adversus Haereses beschreef Ireneüs zijn opvattingen over de gnostici. Hij voegde daar een tekstdeel aan toe met opvattingen die hij toeschreef aan anderen (ketters). Deze anderen zouden Cain zien als ontstaan uit de gnostische hoogste onkenbare God en hadden verering voor onder onder meer (de in het Oude Testament negatief beschreven) Esau, Korach en de mensen uit Sodom. Zij zouden bescherming genieten van Sophia, in de gnostiek een aspect van de hoogste God. Ireneüs meldde dat de Cainieten een document, genaamd het evangelie van Judas tot hun beschikking hebben, waarin Judas Iskariot vereerd wordt omdat hij "het mysterie van het verraad zou hebben volbracht". Ireneüs voegde hieraan toe dat hij ook nog beschikte over andere geschriften van de Cainieten die de "vernietiging van Hysteria (baarmoeder) bepleiten" die geassocieerd wordt met de schepping van de hemel en aarde. Hij schreef verder dat de Cainieten hetzelfde amorele en losbandige gedrag vertoonden als de volgelingen van Carpocrates.

Epiphanius (ca. 315-403) wijdt in zijn werk de Panarion een geheel hoofdstuk aan de opvattingen van de Cainieten. Het meeste is echter ook duidelijk gebaseerd op het werk van Ireneüs. De nadruk in de tekst van Epiphanius ligt op de stelling dat de Cainieten het slechte vereren en het goede afwijzen. De superioriteit van Kaïn ten opzichte van Abel zou liggen in het feit dat Kaïn is verwekt door een hogere macht. De Cainieten zouden een boek hanteren met als titel de Hemelvaart van Paulus dat ook bij de borborieten bekend was.[1]

  1. Engelse vertaling van het hoofdstuk over de Cainieten in de Panarion

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search