Codon

Codons zijn groepjes van drie opeenvolgende nucleotiden in het mRNA (gekleurd), die elk overeenkomen met een specifiek aminozuur. Genetische informatie in DNA kan zo 'vertaald' worden naar functionele eiwitmoleculen.

Een codon, ook wel triplet genoemd, is een drietal opeenvolgende nucleotiden in het messenger-RNA (mRNA), die elk een bepaald aminozuur specificeren bij de codering van genetische informatie.[1] In het mRNA komen vier verschillende nucleotiden voor: adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en uracil (U). Tijdens de translatie worden de codons één voor één afgelezen door het ribosoom. Op basis van de codonvolgorde wordt een aminozuurketen gevormd.

Er zijn 64 mogelijke combinaties van nucleotiden binnen een triplet mogelijk. De meeste aminozuren worden niet door één, maar door meerdere codons gespecificeerd. Het aminozuur glycine wordt bijvoorbeeld gecodeerd door de codons GGU, GGC, GGA en GGG. Dergelijke codons – die voor hetzelfde aminozuur coderen – heten synonieme codons. Ze verschillen vaak alleen in de nucleotide op de derde positie (wiebelbase).[2] Een overzicht van alle codons met bijbehorende aminozuren staat vermeld in de codontabellen van DNA en RNA.

In een levende cel wordt niet ieder van de synonieme codons even vaak gebruikt. Er is sprake van een voorkeur voor bepaalde codons, en deze voorkeur verschil sterk van organisme tot organisme. Het codongebruik hangt samen met de beschikbaarheid van tRNA's en met het GC-gehalte in het genoom.[2] Bij het maken van een genconstruct is het vaak belangrijk om codons zo te kiezen dat ze aangepast zijn aan het preferente codongebruik van de gastheer.

  1. (en) King RC, Mulligan PK, Standsfield W. (2013). A Dictionary of Genetics, 7th. Oxford University Press, "codon", p. 91. ISBN 978-0-19-976644-4.
  2. a b (en) Van Straalen, N. (2019). Encyclopedie van de evolutiebiologie. Ensie, "Codon". ISBN 978-90-903188-2-0.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search