Confessiones

Bladzijde van een handschrift van de Confessiones

De Confessiones (nl: Belijdenissen) van Augustinus van Hippo (354-430) is een autobiografisch boek met dertien hoofdstukken, geschreven tussen 397 en 398 na Christus. Tegenwoordig wordt het boek meestal uitgegeven onder de titel Belijdenissen van St. Augustinus, ter onderscheid van andere werken met vergelijkbare titels, zoals bijvoorbeeld de Bekentenissen van Jean-Jacques Rousseau, die zich voor de titel liet inspireren door Augustinus.

De Confessiones gaan over de zondige jeugd van Augustinus en zijn bekering tot het christendom. De opzet is protreptisch, dat wil zeggen dat de lezer zich met de wederwaardigheden van Augustinus dient te identificeren, een voorbeeld neemt aan Augustinus' ontwikkeling en aldus zelf ook de weg tot het ware geloof kan vinden.[1] De eerste negen hoofdstukken vormen een min of meer aaneengesloten autobiografie; de laatste hoofdstukken lijken daarvan meer los te staan. Het werk wordt algemeen beschouwd als de eerste westerse, christelijke autobiografie en stond model voor christelijke schrijvers gedurende het volgende millennium, waaronder de gehele middeleeuwen. De autobiografie is niet compleet; ze werd geschreven toen Augustinus een veertiger was en daarna leefde hij nog ruim dertig jaar. Wel biedt het boek een ononderbroken overzicht van het tot stand komen van zijn filosofische en theologische inzichten. De Confessiones is het meest omvattende werk over het leven van enig persoon uit de 4e of 5e eeuw. Augustinus schreef later onder andere nog De civitate Dei (de stad Gods). Beide boeken zijn theologische werken van grote betekenis.

  1. (en) Math Osseforth (2017). Friendship in Saint Augustine's Confessions, pp.17-20; 263-6.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search