Economische groei

Wereldwijde groei[1]
(jaarlijkse gemiddelde)
Jaar Bevolking Bbp Bbp per
hoofd
Export
0 - 1000 0,02% 0,01% 0,00%
1000 - 1500 0,10% 0,15% 0,05%
1500 - 1820 0,27% 0,32% 0,05%
1820 - 1870 0,40% 0,93% 0,53%
1870 - 1913
(liberale tijdperk)
0,80% 2,11% 1,30% 3,40%
1913 - 1950 0,93% 1,85% 0,91% 0,90%
1950 - 1973
(gouden tijdperk)
1,92% 4,91% 2,93% 7,88%
1973 - 1998
(neoliberale tijdperk)
1,66% 3,01% 1,33% 5,07%
Economische groei was vrijwel te verwaarlozen tot de Vroegmoderne
Tijd
en werd voornamelijk door bevolkingsgroei veroorzaakt. Met
deze extensieve groei was er dus nog geen sprake van welvaarts-
groei. Tot intensieve groei kwam het pas met de industriële revolutie
In de productiemogelijkhedencurve (PMC) is te zien hoe uitstel van productie van consumptiegoederen kan leiden tot economische groei. De blauwe lijn is de originele curve waarbij de maximale productie bestaat uit 10 eenheden kapitaalgoederen, 10 eenheden consumptiegoederen of een minder aantal van beide. Door meer van het een te produceren kan er minder van het ander geproduceerd worden, ook wel opportuniteitskosten genoemd. Door consumptie uit te stellen - door dus van A naar B te gaan - kunnen kapitaalgoederen geproduceerd worden die in de volgende periode consumptiegoederen kunnen produceren. De PMC beweegt daardoor naar de rode lijn waarbij het maximale aantal te produceren consumentengoederen toe is genomen

Economische groei is een toename van economische activiteit vergeleken met een eerder meetpunt.

  1. Maddison (2006)

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search