Epiblast

Menselijk embryo op dag 9 na de bevruchting. De epiblast (roze) bevindt zich bovenop de hypoblast (bruin)
Ingenesteld embryo met onder andere de kiemschijf en primitieve streep
Migratie van epiblastcellen in het zoogdierembryo
Gastrulatie vindt plaats als een blastula, bestaande uit één laag, zich naar binnen vouwt en groeit om een gastrula te vormen.
Kleurcode bij deze afbeelding: ectoderm, blauw; endoderm, groen; blastocoel (dooierzak), geel; en archenteron (darm), paars. (Afbeelding: Abigail Pyne)
Driedimensionale simulatie van het gastrulatieproces, 6 min.
Innesteling menselijk embryo

Bij de embryonale ontwikkeling van Amniota is de epiblast (ook bekend als het primitieve ectoderm) een van de twee verschillende kiemschijfcellagen die voortkomen uit de binnenste celmassa in de blastocyste van zoogdieren, of uit de blastula bij reptielen en vogels; de andere laag is de hypoblast. Het zorgt ervoor dat het eigenlijke embryo zich differentieert in de drie primaire kiembladen, ectoderm, mesoderm en endoderm, tijdens gastrulatie. Het amnionectoderm en het extra-embryonale mesoderm zijn ook afkomstig uit de epiblast.

De epiblast vormt zich al in een zeer vroeg stadium uit het deel van de embryoblast dat tegen de trofoblast en dus tegen de baarmoederwand van de moeder ligt.[1] De kant van de embryoblast die naar de blastocystholte is gericht, differentieert daarentegen in de platcellige hypoblasten. De hypoblast vormt de dooierzak, die op zijn beurt het chorion vormt.

De epiblast bestaat uit een prismatisch epitheel dat de primaire vruchtwaterholte bekleedt die zich vormt tussen de epiblast en de trofoblast met de zogenaamde amnioblasten. Dit wordt dan de secundaire vruchtwaterholte.

  1. Hartmut Greven: Fortpflanzung und Entwicklung. In: W. Westheide, R. Rieger: Spezielle Zoologie. Teil 2: Wirbel- oder Schädeltiere. Spektrum, München 2004, ISBN 3-8274-0307-3, S. 163–164.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search