Fractioneel bankieren

Fractional-reserve banking (fractioneel bankieren) is het gebruik waarbij commerciële banken slechts een deel van de hun toevertrouwde middelen in direct beschikbare vorm aanhouden, en het overgrote deel van de middelen uitlenen, ongeacht hun verplichting om de hun toevertrouwde middelen, voor zover deze direct opeisbaar zijn, op eerste verzoek terug te betalen. Er is dus slechts een fractie van het uitgeleende geld gedekt; de verhouding van uitgeleend geld tot de reserve van de bank heet de basisgeldmultiplicator[1] of -multiplier.

Het gaat hierbij om de direct opvraagbare tegoeden (dus verplichtingen van de bank). Dit zijn in hoofdzaak:

  • de tegoeden van rekeninghouders in rekening courant (de creditsaldi op betaalrekeningen)
  • de tegoeden op direct opvraagbare spaarrekeningen van rekeninghouders (dus niet de tegoeden op termijndeposito's)
  • de door de bank aangetrokken daggeldleningen (leningen die tussen banken onderling verstrekt worden met een looptijd van slechts één dag, voor bedragen van tientallen tot honderden miljoenen euro's).

De dekking van deze tegoeden van banken aan anderen bestaat voor een klein deel uit fysiek geld dat de bank in kas houdt, maar voor het overgrote gedeelte uit reserves die de commerciële banken aanhouden bij centrale banken.

Fractioneel bankieren is een verklaring voor het fenomeen van geldschepping:[1] de centrale bank schept in deze visie een hoeveelheid basisgeld B (bestaande uit chartaal geld en reserves van de commerciële banken), waarop de commerciële banken een hoeveelheid geld kunnen uitlenen gelijk aan B·M, waarbij M de multiplicator is. Met andere woorden kunnen de commerciële banken op eigen initiatief een geldhoeveelheid (M-1) in omloop brengen. Centrale banken zijn echter een nieuwere uitvinding dan fractioneel bankieren, dat ook zonder centrale bank kan plaatsvinden als de bankreserves uit edelmetaal bestaan.

Hoewel fractioneel bankieren vaak wordt voorgesteld als dé manier waarop in een moderne economie geldschepping plaatsvindt, is dit volgens verschillende economen een te simpele voorstelling van zaken.[2][3]

  1. a b A. Verheirstraten en D. Heremans, De recente monetaire evolutie in België: de geldbasis als knipperlicht. Tijdschrift voor Economie en Management XX(2) (1975).
  2. James Tobin, Commercial Banks as Creators of "Money". Cowles Foundation Discussion Paper No. 159. Cowles Foundation for Research in Economics at Yale University (1963). Gearchiveerd op 26 november 2022.
  3. Michael McLeay; Amar Radia en Ryland Thomas, Money creation in the modern economy. Quarterly Bulletin 2014 Q1. Bank of England (2014). Gearchiveerd op 11 december 2020.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search