Gregorius van Tours

Gregorius van Tours
538 – ~594
Gregorius van Tours, 19e-eeuws standbeeld door Jean Marcellin, in het Louvre
Bisschop van Tours
Periode 573 - ~594
Voorganger Eufronius
Opvolger Pelagius I
Vader Florentius, senator van Arvernis
Moeder Armentaria II

Gregorius van Tours (Riom, 30 november ca. 538 - Tours, verm. 17 november 594) was een Gallo-Romeinse bisschop van Tours, hagiograaf en historicus, die een leidende prelaat was van Gallië. Hij werd geboren als Georgius Florentius en heeft later de naam Gregorius, ter ere van zijn moeders grootvader, aan zijn naam toegevoegd. Hij schreef in een grammaticaal verminkte stijl van Laatlatijn. Het is echter betoogd dat dit een opzettelijke methode was om zich ervan te verzekeren dat zijn werken een breed publiek zouden bereiken.[1]

Zijn geschriften zijn de belangrijkste contemporaine bron voor de Merovingische geschiedenis. Zijn bekendste werk is Decem libri historiarum of Tien boeken van Historiën, beter bekend als de Historia Francorum of de Geschiedenis van de Franken. Deze laatste titel werd aan dit werk gegeven door latere kroniekschrijvers. Het gaat over de geschiedenis van de Frankische Merovingen en hun koninkrijken, beginnend bij de schepping van de wereld (steunend op andere, oudere bronnen) tot en met het jaar 592. Gregorius van Tours heeft daarnaast ook nog een verzameling heiligenlevens aangelegd, namelijk het Liber vitae patrum of het Boek met heiligenlevens. Hij is ook bekend om zijn goedgelovigheid met betrekking tot wonderen die door de heiligen zouden zijn verricht; in het bijzonder de vier boeken van 'De wonderen van Sint-Maarten van Tours'. Sint-Maartens graf was in de 6e eeuw één der belangrijke tekenen (orakels) en Gregorius' geschriften hadden de praktische bedoeling om deze uiterst goed georganiseerde verering van Sint-Maarten te bevorderen.

  1. zie Mitchell & Wood (2002)

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search