Hugo de Groot (rechtsgeleerde)

Hugo de Groot
Hugo Grotius, door Michiel Jansz. van Mierevelt, 1631
Algemene informatie
Volledige naam Hugo de Groot
Geboren 10 april 1583
Delft
Overleden 28 augustus 1645
Rostock
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlands
Beroep rechtsgeleerde, auteur
Portaal  Portaalicoon   Vroegmoderne Tijd

Hugo de Groot (Delft, 10 april 1583Rostock, 28 augustus 1645) was een Nederlands rechtsgeleerde en schrijver. Hij is ook bekend als (Hugo) Grotius en wordt in oudere teksten sporadisch aangeduid als Huig de Groot.

De Groot schreef Latijnse tragedies en gedichten, theologische verhandelingen en Nederlandse gedichten. Zijn belangrijkste werken liggen op historisch en juridisch gebied. Zijn beroemdste werk is De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede) uit 1625. Het vormt de basis voor het moderne volkenrecht. Hij is ook bekend vanwege zijn pleidooi voor de vrije toegang tot de zee (en de vrijhandel) het Mare Liberum (1609). Dat is een los hoofdstuk van de verhandeling De Indis ("Over Indië"), geschreven in de periode 1604-1606, die toen niet is uitgegeven. De Indus werd pas in 1868 gepubliceerd onder de titel De iure praedae ("Over het buitrecht"), nadat het manuscript vier jaar eerder teruggevonden was. Hedendaagse rechtsgeschiedkundigen beschouwen hem als een van de grootste juristen ooit. De Groot heeft een immense invloed op het internationaal publiekrecht uitgeoefend, zijn ideeën met betrekking tot de zeevaart bijvoorbeeld domineren het grootste deel van het hedendaags zeerecht. De Groot kan ingedeeld worden in de school van de humanisten.[1] Algemeen wordt aanvaard dat De Groot het Vernunftrecht bepleitte, maar dit is een misvatting, daar zijn recht nog niet autonoom is en het niet los staat van God. Hij was de eerste die de stap naar een autonoom natuurrecht zette, het ius naturale is volgens De Groot zelfs geldig indien God niet bestond. Hij mag dus worden beschouwd als een voorloper van de grote natuurrechtdenkers.

Op jonge leeftijd schreef hij de Annales et historiae de rebus Belgicis. Van meer historisch belang dan deze Nederlantsche Jaerboeken en Historien was zijn boek over de Oudtheyt vande Batavische nu Hollandsche Republique. In dat laatste werk toont De Groot aan dat de Staten altijd soeverein geweest zijn. Historisch gezien is dit standpunt van De Groot onhoudbaar, maar zijn verhandeling, die uiteraard bij de Staten van Holland in de smaak viel, heeft betekenis gekregen omdat de Staten van Holland, als het om hun positie ging, zich op De Groot plachten te beroepen.

De Groot huwde in 1608 met Maria van Reigersberch (1589-1653). Zij kregen drie zonen en een dochter. Zijn tweede zoon Pieter de Groot werd eveneens rechtsgeleerde en later pensionaris van Rotterdam.

  1. Hellinga, Gerben Graddesz. (2008). Meesters van de Gouden Eeuw. Walburg Pers, Zutphen, pp. 64. ISBN 978-90-5730-562-7.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search