De intocht van Jezus in Jeruzalem is een gebeurtenis die in alle vier canoniekeevangeliën (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) van het Nieuwe Testament op verschillende wijze wordt verteld. Jezus reisde omstreeks het jaar 30 met zijn discipelen vanuit Galilea naar de in het jodendom heilige stad Jeruzalem en kwam daar op de zondag een week voor het Pesachfeest aan; daarbij zou hij door een grote, enthousiaste menigte met veel gejuich en eerbetoon zijn ontvangen. De blijde intocht - het laatste stuk vanaf Bethanië op een ezeltje[1] (niet te paard, om zijn geweldloosheid te laten zien) - is in het christendom een belangrijke gebeurtenis die nu Palmzondag of Palmpasen wordt genoemd en jaarlijks wordt gevierd.
De gebeurtenis wordt in Nederlandstalige literatuur ook wel de blijde, triomfantelijke/triomfale of koninklijke intocht van Jezus in Jeruzalem genoemd.[2][3][4][5][6]