Jom Kipoer-oorlog

Jom Kipoer-oorlog
Onderdeel van het Arabisch-Israëlisch conflict
Jom Kipoer-oorlog
Jom Kipoer-oorlog
Datum 6 oktober - 25 oktober 1973
Locatie Sinaï, Hoogten van Golan en omringende gebieden
Resultaat Wapenstilstand na Resolutie 338 Veiligheidsraad Verenigde Naties; Israël trok zich uiteindelijk terug uit de Sinaï
Casus belli Afwijzing door Israël van Egyptisch voorstel tot een gedeeltelijke terugtrekking uit de in 1967 veroverde Sinaï, in ruil voor vredesonderhandelingen.
Strijdende partijen
Vlag van Israël Israël
Gesteund door:
Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Vlag van Nederland Nederland
Vlag van Portugal Portugal
Egypte
Syrië
Gesteund door:
Vlag van Algerije Algerije
Vlag van Bangladesh Bangladesh
Irak
Vlag van Jordanië Jordanië
Vlag van Koeweit Koeweit
Vlag van Libanon Libanon
Vlag van Libië Libië
Vlag van Tunesië Tunesië[1]
Vlag van Marokko Marokko[2]
Vlag van Pakistan Pakistan
PLO
Vlag van Saoedi-Arabië Saoedi-Arabië
Vlag van Cuba Cuba[3]
Vlag van Noord-Korea Noord-Korea
Vlag van Duitse Democratische Republiek DDR
Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie
Leiders en commandanten
Vlag van Israël Golda Meïr
Vlag van Israël David Elazar
Vlag van Israël Ariel Sharon
Vlag van Israël Shmuel Gonen
Vlag van Israël Benjamin Peled
Vlag van Israël Israel Tal
Vlag van Israël Rehavam Zeevi
Vlag van Israël Aharon Yariv
Vlag van Israël Yitzhak Hofi
Vlag van Israël Rafael Eitan
Vlag van Israël Abraham Adan
Anwar Sadat
Hafiz al-Assad
Saad El Shazly
Hosni Moebarak
Mohammed Aly Fahmy
Abdel Ghani el-Gammasy
Abdul Munim Wassel
Abd-Al-Minaam Khaleel
Abu Zikry
Mustafa Tlass
Troepensterkte
Vlag van Israël Israël: 415.000 soldaten; 2.200 tanks; 4.000 pantservoertuigen; 945 kanonnen; 561 vliegtuigen; 60 helikopters; 38 schepen. Egypte: 800.000 soldaten (300.000 ingezet); 1.900 tanks; 2.900 pantservoertuigen; 2.500 kanonnen; 690 vliegtuigen; 161 helikopters; 104 schepen
Syrië: 150.000 soldaten; 1.400 tanks; 900 pantservoertuigen; 1000 kanonnen; 350 vliegtuigen; 36 helikopters; 21 schepen;
Irak: 60.000 soldaten; 700 tanks; 500 pantservoertuigen; 200 kanonnen; 73 vliegtuigen;
Vlag van Cuba Cuba:
4.000 troepen[4]
Vlag van Koeweit Koeweit:
3.000 troepen[5]
Vlag van Marokko Marokko:
5.500 troepen
30 tanks
52 gevechtsvliegtuigen[6]
Vlag van Noord-Korea Noord-Korea:
20 piloten
19 niet-gevechtstroepen[7]
Vlag van Saoedi-Arabië Saudi-Arabië:
3.000 troepen[5]
Vlag van Tunesië Tunesië:
1.000-2.000 troepen[1]
Verliezen
- 2.521 tot 2.800doden

- 7.250 gewonden
- 400 tanks vernietigd
- 663 tanks beschadigd
- 102 vliegtuigen

- 8.528 doden

- 19.540 gewonden
(Volgens het Westen)
- 15.000 doden
- 35.000 gewonden
(Volgens Israël)
- 2.250 tanks
- 432 vliegtuigen

De Jom Kipoer-oorlog of Oktoberoorlog, ook bekend als de Ramadanoorlog (Arabisch: حرب أكتوبر, Ḥarb ʾUktōbar, of حرب تشرين Ḥarb Tišrīn; Hebreeuws: מלחמת יום הכיפורים, Milẖemet Jom HaKipoerim of מלחמת יום כיפור, Milẖemet Jom Kipoer), was een militair conflict tussen Israël en een coalitie gevormd door Egypte en Syrië, tussen 6 oktober 1973 en 22 of 25 oktober afhankelijk van het oorlogsfront. "Jom Kipoer-oorlog", ook gespeld als Jom Kippoer-oorlog of Yom Kippoer-oorlog is de naam die in Israël aan deze oorlog gegeven is omdat op Jom Kipoer, de Grote verzoendag, Egypte en Syrië Israël aanvielen in een poging hun in 1967 door Israël bezette gebieden te heroveren. Ook Marokko, Irak, Algerije, Koeweit en Saoedi-Arabië zouden via expeditiemachten aan de strijd deelnemen.

In de Zesdaagse Oorlog van 1967 veroverde Israël de Sinaï op Egypte en de Hoogten van Golan op Syrië. Na jaren van schermutselingen gedurende de Uitputtingsoorlog, wees in 1971 de Israëlische minister-president Golda Meïr toenaderingspogingen af van de nieuwe Egyptische president Anwar Sadat. Sadat besloot Israël naar de onderhandelingstafel te dwingen door bij verrassing het Suezkanaal over te steken. Hij vormde een bondgenootschap met de Syrische president Hafiz al-Assad die de Golan wilde heroveren. Een ingewikkeld misleidingsplan deed Israël de kansen op een oorlog te laag inschatten en het land mobiliseerde pas vier uur voor het begin van de aanval om 14.00 uur, 6 oktober 1973, zijn reserves.

Doordat het de capaciteiten van het Egyptische leger ernstig had onderschat, lukte het Israël niet de overstekende troepen in te sluiten. De Israëlische luchtmacht leed daarbij zware verliezen door luchtdoelraketten. De Egyptenaren bezetten op 6 en 7 oktober met een grote legermacht een brede strook langs de oostoever van het Suezkanaal die ze sterk ter verdediging inrichtten. Door misverstanden werd een frontsector op de zuidelijke Golan onvoldoende versterkt en de Syriërs braken daar al op de eerste avond doorheen. De Israëlische regering vreesde dat Egypte en Syrië deze successen zouden uitbuiten door snel verder op te rukken en schijnt de inzet van kernwapens te hebben overwogen. Een weinig doortastende Arabische bevelvoering gaf Israël echter de tijd met reservetroepen de fronten af te grendelen. Door de doorbraak werd het Syrische opperbevel verleid toch zijn pantserreserves in te zetten voor massale aanvallen die echter met zware verliezen werden afgeslagen.

Op 8 oktober liep een poging van Israël om zelf het Suezkanaal over te steken vast in de Egyptische verdediging, mede door de inzet van geleide antitankraketten. Dezelfde dag begonnen Israëlische reserves de zuidelijke Golan te heroveren, wat op 10 oktober voltooid werd. Van 11 oktober af dreven ze het verslagen Syrische leger richting Damascus. Het arriveren van een Iraakse expeditiemacht voorkwam op 13 oktober echter een totale ineenstorting van Syrië en het noordelijk front zou tot 22 oktober vrij stabiel blijven. Sadat trachtte op 14 oktober Syrië te ontlasten door een groot offensief in de Sinaï maar verloor daarbij een aanzienlijk aantal tanks. In de avond van 15 oktober maakte een Israëlische eenheid daar gebruik van door achter de Egyptische linies langs te glippen en een oversteekpoging te beginnen. Na zware strijd om de aanvoerwegen naar het oversteekpunt, zette Israël het grootste deel van zijn strijdmacht in de Sinaï over het Suezkanaal. Het begon de hele rechterflank van het Egyptische leger te omsingelen. De Veiligheidsraad legde op 22 oktober een wapenstilstand op. Israël rukte tot 25 oktober naar het zuiden op en voltooide de omsingeling van het Egyptische Derde Leger waarna opnieuw een staakt-het-vuren inging.

In 1974 trok Israël zijn troepen terug tot de Mitla- en Gidipassen. Dat was het begin van een vredesproces dat zou leiden tot de Camp Davidakkoorden van 1978, de vrede tussen Israël en Egypte van 1979 en het geleidelijk ontruimen door Israël van de Sinaï tot 1982. Tijdens de oorlog kwam het tot een olieboycot die leidde tot de Eerste Oliecrisis. De oorlog markeerde zo het einde van de snelle westerse economische groei na de Tweede Wereldoorlog.

  1. a b The Fourth Round - A Critical Review of 1973 Arab-Israeli War
  2. Mahjoub Tobji (2006). Les officiers de Sa Majesté: Les dérives des généraux marocains 1956-2006. 107: Fayard. ISBN 978-2213630151.
  3. Perez, Cuba, Between Reform and Revolution, p. 377-379
  4. Bourne, Peter G. (1986). Fidel: A Biography of Fidel Castro. New York: Dodd, Mead & Company
  5. a b Rabinovich, p. 464-465
  6. Le jour où Hassan II a bombardé Israël
  7. Shazly, p. 83-84

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search