Kangxi

Kangxi
1654 – 1722
Kangxi
Keizer van China
Periode 1661-1722
Voorganger Shunzhi
Opvolger Yongzheng
Vader Shunzhi
Moeder Keizerin Xiao Kang Zhang
Kangxi
Naam (taalvarianten)
Vereenvoudigd 康熙
Traditioneel 康熙
Pinyin Kāngxī
Wade-Giles K'ang-hsi
Jyutping (Standaardkantonees) hong1 hei1
Standaardkantonees Hôong-Héej
Dapenghua Hôong Hie
Andere benamingen Aixin-Jueluo Xuanye 愛新覺羅玄燁

Kangxi (4 mei 1654- 20 december 1722) was van 1661 tot 1722 de derde keizer van de Qing-dynastie en de tweede van de dynastie die over China regeerde. Tot aan augustus 1667 was er sprake van een regentschap. Kangxi was de zoon van de vorige keizer Shunzhi en zijn gemalin Xiao Kang Zhang. Zijn vader was overleden aan de pokken. De keus voor Kangxi als zijn opvolger werd in sterke mate bepaald door het feit, dat hij als kind die ziekte al had gekregen en dus hiervoor immuun was geworden.

Kangxi is een van de belangrijkste keizers in de Chinese geschiedenis geweest. In 1644 was de Ming-dynastie (1368-1644) gevallen en hadden de Mantsjoes Peking veroverd. In de decennia daarna werd het gehele land onder controle gebracht. Dit proces werd in het begin van de regeerperiode van Kangxi afgerond. Het tweede deel van zijn periode was gericht op het bevorderen van de economische vooruitgang, verhoging van het welvaartspeil en de patronage van kunst en cultuur.

In zijn regeerperiode werd de opstand van de Drie Leengoederen in het zuiden bedwongen en werd Taiwan een onderdeel van het rijk. Het Verdrag van Nertsjinsk met Rusland van 1689 was het eerste verdrag van China met een Europees land en legde voor een belangrijk deel de formele grenzen tussen beide landen vast. Vanaf 1691 ging ook het gebied van de huidige republiek Mongolië deel uit maken van het rijk; een situatie die tot 1911 zou duren. In 1720 besloot Kangxi militair in Tibet te interveniëren. Een Chinese legermacht verdreef de Dzjoengaren uit het land die dit in 1717 hadden bezet. De legermacht bracht Kälsang Gyatso mee, de zevende dalai lama, die dan geïnstalleerd wordt. Dit was de aanvang van de periode van het Chinese protectoraat over Tibet.

De besluitvorming was tijdens de regeerperiode van Kangxi veel meer dan onder zijn opvolgers een zaak van de keizer zelf. Kangxi was in staat een fenomenale hoeveelheid rapporten dagelijks te lezen en van commentaar te voorzien. Hij was zeer geïnteresseerd in westerse technologie, liet openbare demonstraties van wetenschappelijke vindingen en principes organiseren en was bereid lange lezingen over dit soort onderwerpen bij te wonen.

Kangxi zag het als zijn opdracht om de confuciaanse intelligentsia van het land tot samenwerking te brengen met de Qing, ondanks hun grote reserves tegen het bewind van de Mantsjoes en hun nog aanwezige loyaliteit aan de Ming. Hij deed dat door een beroep te doen op confuciaanse waarden. In 1670 liet hij het Heilig Edict uitkomen. Het was een geschrift waarin hij aangeeft dat de ordening van de samenleving gebaseerd dient te zijn op de essentie van het confucianisme. Het was bedoeld als een poging tot een vorm van sociaal contract met die intelligentsia te komen.

Mede om die reden gaf hij in 1679 de opdracht tot het schrijven en samenstellen van de Geschiedenis van de Ming, het laatste boek van de Vierentwintig Geschiedenissen, de verzameling officiële geschiedenissen van Chinese keizerlijke dynastieën. Het boek was zelf was pas in 1739 gereed.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search