Long covid, officiëel Post-Acute Sequelae of SARS-CoV-2 Infection (PASC), ook bekend als post-COVID (deze term is in gebruik bij de Nederlandse Rijksoverheid[2]), chronisch covidsyndroom of post COVID-19 condition, is restletsel dat blijkt uit langdurige klachten die aanblijven na een acute COVID-19-infectie.
Het gaat om diverse symptomen, waaronder vermoeidheid, kortademigheid, cognitieve problemen en een verlies van smaak- en/of reukvermogen.[3] Volgens de wereldgezondheidsorganisatie zijn er bij long covid meer dan 200 verschillende symptomen gerapporteerd die een impact kunnen hebben op het dagelijks functioneren.[4]
Schattingen van de prevalentie van long covid lopen sterk uiteen.[5] Onderzoek naar het Nederlandse Lifelines-cohort schatte de prevalentie op 12,7% van de patiënten die COVID-19 doormaakten.[6]
Het ziektebeeld is nieuw en wetenschappelijk nog niet goed begrepen.[7] Onderzoek, uitgevoerd sinds de tweede helft van 2020, richt zich op het in kaart brengen van de verschijnselen, het onderzoeken van mogelijke oorzaken en van therapiemogelijkheden. Amsterdamse wetenschappers onder leiding van hoogleraar Michèle van Vugt hebben in 2023 ontdekt dat vermoeidsheidsklachten na geringe inspanning, die bij 70% van de patiënten voorkomen, een lichamelijke oorzaak hebben. De mitochondriën (een soort cellulaire energiecentrales) in de spiercellen van patiënten functioneren ondermaats en hun spierweefsel sterft af.[8][9]
De naam van het syndroom is spontaan ontstaan en mogelijk nog niet definitief.[10]Long staat voor langdurig en niet specifiek voor het functioneren van de longen.
↑Ellen de Visser, "Nederlandse wetenschappers ontrafelen groot vermoeidheidsraadsel van patiënten met postcovid", volkskrant.nl, DPG Media, 4 januari 2024. Gearchiveerd op 4 januari 2024. Geraadpleegd op 4 januari 2024. "De onderzoekers lieten 25 postcovidpatiënten een kwartier lang zo hard mogelijk fietsen en namen voor en na de fietstest een stukje spierweefsel weg uit hun bovenbeen. Ze deden hetzelfde bij 21 mensen die na een corona-infectie waren hersteld. (...) Vergelijking van de biopten uit de twee groepen maakte duidelijk dat voor die extreme vermoeidheid een biologische oorzaak bestaat. Bij postcovidpatiënten is na inspanning de schade in het spierweefsel groter dan bij gezonde mensen. Hun mitochondriën, de energiecentrales in de cellen, functioneren bovendien veel minder goed. Dat verklaart waarom na een inspanning hun lichamelijke en cognitieve klachten verergeren, (...). Mitochondriën zitten in alle cellen, ook in de hersenen, (...). ‘"