Meineed

Meineed wordt gepleegd wanneer een getuige opzettelijk niet de waarheid spreekt, nadat de eed of de belofte is afgelegd. Dat kan zowel in een strafzaak als in een civielrechtelijk proces voorkomen en ook als getuigen een verklaring onder ede voor een bijzondere onderzoekscommissie moeten afleggen, zoals in Nederland bijvoorbeeld bij een parlementaire enquête.

Voorbeelden van meineed zijn:

  • Een getuige beweert dat hij de verdachte ten tijde van het misdrijf ergens anders heeft gezien, terwijl hij dat liegt om de verdachte te helpen.
  • Een getuige beweert dat een verkeerslicht op rood stond, terwijl hij heeft gezien dat dat in werkelijkheid op oranje stond.
  • Een rechercheur verklaart in een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal dat een bewijsstuk tijdens een bepaalde periode in een verzegelde doos in zijn kast lag, terwijl het bewijsstuk in werkelijkheid enige jaren zoek was.
  • Een politieagent laat in een proces-verbaal opzettelijk het gebruik van het dienstwapen weg.[1]
  • Schriftelijk kan men ook meineed plegen, door bijvoorbeeld onder ede een onjuiste verklaring op te stellen en te tekenen. In de Verenigde Staten wordt het onjuist invullen van belastingformulieren beschouwd als meineed waarvoor men vervolgd kan worden, naast de eventuele fiscale sancties.
  1. Mr. M.G.M. Hoekendijk, Strafrecht voor de hulpofficier, Deventer, 2017. ISBN 978-90-13-14364-5

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search