Oostenrijkse school

De Oostenrijkse school is een economische school die voorkomt uit het werk, sinds de jaren 1870, van Carl Menger en diens collega's te Wenen. Centraal staan een subjectieve waardetheorie en het principe van methodologisch individualisme. De Oostenrijkse school heeft diverse concepten ontwikkeld, zoals grensnut en opportuniteitskosten, die een sterke invloed hebben gehad op de neoklassieke (mainstream) economische wetenschap. Door hun afkeer van wiskundige modellen gelden de 'Oostenrijkers' echter als heterodox, zeker sinds de opkomst van de econometrie in het midden van de twintigste eeuw.

Ludwig von Mises

In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd de school, vooral in het Angelsaksische taalgebied, veelal synoniem met de Amerikaanse neo-Oostenrijkse stroming die haar oorsprong vindt in het werk van Ludwig von Mises. De neo-Oostenrijkers gaan uit van principe dat Mises praxeologie noemde: een verwerping van de empirische methode ten gunste van afleidingen uit a priori aangenomen principes.[1] Verspreiding van neo-Oostenrijkse ideeën is sinds de jaren 1970 de taak geweest van diverse rechts-liberale en libertarische denktanks in de VS.[1] Vertegenwoordigers van deze neo-Oostenrijkse school zijn de Amerikaanse anarchokapitalistische economen Murray Rothbard en Walter Block.

  1. a b (de) Reinhard Neck (2008). Die Österreichische Schule der Nationalökonomie. Peter Lang, Klagenfurt, pp. 13-15. ISBN 9783631546680.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search