Parasja

Een parasja (< Hebreeuws pârâsjâh = precieze aanduiding; Jiddisch parsje) of sidra (< Hebreeuws sâdar = rijen, ordenen, vergelijk: sèdèr) is een gedeelte van de Thora, de joodse wet. Het woord is afgeleid van Parasjat HaSjawoe'a, dit zijn de wekelijkse portie bijbellezingen uit de Thora.

In het orthodox jodendom wordt door een aangewezen persoon door het jaar heen op elke sjabbat een parasja voor gelezen. De vijf boeken van Mozes waaruit de Thora bestaat zijn daartoe in 54 parasja’s verdeeld. Liberale joden lezen ter bekorting van de sjabbatdienst een derde van een parasja, zodat een volledige Thoralezing bij hen drie jaar duurt.[1]

Het joodse jaar telt gewoonlijk slechts 50 weken en op sommige weken wordt vanwege een feestdag een andere tekst gelezen; daarom leest men sommige weken twee parasjot. In een schrikkeljaar leest men alle 54 parasjot in aparte weken.

Op het feest van Simchat Thora (de Vreugde der Wet) leest men het laatste deel van Devariem (Deuteronomium) en het eerste van Beresjiet (Genesis). Hiervoor worden twee rollen tegelijkertijd geopend, hetgeen symboliseert dat de Thora(studie) eeuwigdurend is.

  1. Lou Evers en Jansje Stodel: Jodendom in de praktijk, 6e druk, 2011. ISBN 9022558851

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search