Met Oudheid wordt over het algemeen die periode in de geschiedenis van een bepaalde cultuur bedoeld die begint met de introductie van het schrift en het ontstaan van een beschaving. In onze westerse cultuur bedoelt men daar vaak de periodes van het oude Nabije Oosten (ca. 3300 v. Chr. tot ca. 800 v. Chr.) en de klassieke oudheid (van ca. 800 v. Chr. tot 480 na Chr.)
Verscheidene culturen kennen een oudheid. De definitie wordt doorgaans vooral gebruikt voor de Oudheid van de westerse beschaving. Deze begon kort voor 3000 v.Chr. met de uitvinding van het schrift. De periode van ongeveer 600 v.Chr. tot 400 n. Chr. wordt de Klassieke Oudheid genoemd.
Ook andere culturen kennen een oudheid. Voorbeelden zijn de Chinese Oudheid, het Perzische Rijk, Java en Meso-Amerika. Het Oude Egypte en Mesopotamië worden vaak als voorlopers van de westerse beschaving beschouwd, maar ze worden niet tot de Klassieke Oudheid gerekend, omdat die term doorgaans alleen gebruikt wordt voor de geschiedenis van het Oude Griekenland en het Romeinse Rijk.
de afzetting van de laatste Romeinse keizer Flavius Romulus in 476, wat het einde van het West-Romeinse Rijk betekende. De instorting van dit deel van het rijk was overigens een veel langer proces, waar de Grote Volksverhuizing een belangrijke rol in speelde.
Imperator Caesar Augustus was de eerste princeps (vgl. keizer) van Rome, die door steeds meer verschillende bevoegdheden van republikeinse magistraten naar zich toe te trekken de feitelijke macht over Rome in handen kreeg.
Deze achterneef en voornaamste erfgenaam van Gaius Iulius Caesar (Julius Caesar) won de machtsstrijd die volgde op de moord op Caesar in het jaar 44 v.Chr., en was vanaf 31 v.Chr. de enige die levend uit deze strijd kwam. Vanaf 27 v.Chr. zou hij als princeps (vgl. eerste burger) de teugels van het Imperium Romanum in handen houden. Hij maakte een einde aan een eeuw van burgeroorlogen en stichtte in de daaropvolgende periode de Julisch-Claudische dynastie. Onder het mom van het herstel van de republiek (restitutio rei publicae) voerde hij in werkelijkheid een duurzame omvorming tot monarchie (principaat) door. Ook op sociaal-economisch vlak en op verschillende andere terreinen voerde Augustus tijdens zijn regering hervormingen door. Zijn heerschappij mondde uit in een langdurige tijd van interne vrede, die als Pax Augusta werd aangeduid.