De Vroegmoderne Tijd - soms ook Nieuwe Tijd genoemd - is de periode in de geschiedenis van Europa die volgt op de Middeleeuwen.
Er is onder historici geen overeenstemming over begin en einde van de Vroegmoderne Tijd. De Renaissance, de vijftiende en zestiende eeuw, kan beschouwd worden als een overgangsperiode van Middeleeuwen naar Nieuwe Tijd. De meeste historici laten de Vroegmoderne Tijd kort voor 1500 beginnen. Jaartallen die dikwijls als beginpunt worden genomen zijn 1453, het jaar waarin de TurkenConstantinopel veroverden, 1492, het jaar van de ontdekking van Amerika door Columbus, en 1517, toen Luther zijn stellingen publiceerde en daarmee de reformatie inluidde.
Lange tijd lieten historici de Moderne of Nieuwste Tijd, die dus òf beschouwd wordt als een hiernavolgende periode, òf nog als een onderdeel van de Vroegmoderne (Nieuwe) Tijd, beginnen rond 1800, kort na het uitbreken van de Franse Revolutie (1789), of in 1815, het jaar van het Wener Congres. Toch is het niet ongebruikelijk om ook een groot deel van de negentiende eeuw tot de Vroegmoderne Tijd te rekenen.
Belegering van Groenlo in 1627 door Frederik Hendrik. De 'ring' rond Grol is de circumvallatielinie. In het noorden (linksboven) is de linie uitgevoerd met een dubbele wal. Kaart J.Blaeu
In die tijd waren er weinig wegen in de veenrijke regio rond Grol, wat de kleine vestingstad van strategisch belang maakte. Vanuit hier konden de Spanjaarden via het langs Groenlo gelegen riviertje de Slinge strooptochten ondernemen in de Staatse gebieden. De aan het front gelegen vestingen 's-Hertogenbosch, Grol, Oldenzaal en Lingen waren van groot financieel belang. De door de Spanjaarden opgelegde heffingen op handel ('licenten') en contributies leverden een constante en essentiële geldstroom voor de Spaanse oorlogskas. Grol was een van de vestingen waar een Spaans rentmeester gevestigd was en waar alle geïnde gelden uit de Achterhoek en Veluwe werden ontvangen.
Het beleg duurde van 20 juli tot en met 19 augustus, waarna Grol moest capituleren aan de belegeraars. Onderdeel van het beleg was de aanleg van een circumvallatielinie rondom de stad, om te verhinderen dat Grol versterkingen zou ontvangen en om een ontzet te voorkomen. Hendrik van den Bergh, een Nederlands edelman in Spaanse militaire dienst, probeerde inderdaad Grol nog te ontzetten met een groot leger, maar hij kwam te laat.
De Lijflandse oorlog van 1558 tot 1583 was een langdurig militair conflict tussen Moskovië en haar buren aan de westgrens over de macht in de gebieden die nu Estland en Letland vormen.
De Russische tsaarIvan IV eiste dat de Lijfse Confederatie enorme belastingen betaalde (40.000 taler) aan het Bisdom Dorpat. Het geschil eindigde met een Russische invasie in 1558. Russische troepen bezetten Dorpat en Narva, en belegerden Reval. Het doel van de tsaar was om toegang te krijgen tot de Oostzee.