Sedimentatie

Een rivier snijdt zijn eigen, eerder afgezette, horizontaal gelaagde lagen grind in. De lagen demonstreren het principe van oorspronkelijke horizontaliteit.

Sedimentatie, afzetting of accumulatie is het bezinken en ophopen van sedimenten, waarbij sedimentair gesteente ontstaat.

In vlakke gebieden stromen rivieren trager. Het water wordt rustig en het meegenomen materiaal zakt naar de bodem. Ook wind en smeltend landijs leggen op een bepaald moment het meegenomen puin neer. Het zinken van verweringsmateriaal als de transportsnelheid van water, ijs of wind afneemt, heet sedimentatie. Meestal gebeurt dit door stromend water in zeeën of rivieren. Er zijn veel factoren die de sedimentatie bepalen:

In de glaciale geomorfologie (bespreekt landschappen gecreëerd door gletsjers) onderscheidt men 5 accumulatievormen:

  1. ongesorteerd sediment
  2. grof materiaal
  3. klei en slib
  4. kalkhoudend materiaal
  5. grote erratische blokken (zwerfkeien)

In een firnbekken is er sprake van accumulatie van sneeuw: dit is het accumulatiegebied. Daarnaast is er het ablatiegebied, de gletsjertong, waar het ijs afsmelt.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search