Staatscommissie

Een staatscommissie is binnen het Nederlandse staatsrecht een ad-hocadviesorgaan dat door de Kroon is ingesteld, en grotendeels uit niet-ambtenaren bestaat.[1][2] Het Koninklijk Besluit waarbij de staatscommissie is ingesteld beschrijft als enige de functieomschrijving van de staatscommissie in kwestie.

In het verleden bestonden zij veelal uit (ex-)politici en academici, al waren er voldoende uitzonderingen daarop (bijvoorbeeld met alleen politici, of met leden 'uit de praktijk'). Opvallend is dat de door het kabinet-Balkenende IV ingestelde Staatscommissie-Thomassen (vrijwel) uitsluitend uit wetenschappers bestond. Het instrument staatscommissie wordt vaak gebruikt voorafgaand aan een grondwetsherziening.

Voor wat betreft grondwetgerelateerde vraagstukken verschilden de resultaten van de werkzaamheden van de diverse commissies nogal. De voorstellen van de Staatscommissie-Thorbecke werden grotendeels overgenomen en korte tijd later tot wet verheven. In 1917 leidden de adviezen van twee commissies tot een beperkte, maar wel zeer belangrijke Grondwetsherziening. Bij de - overigens niet unanieme - aanbevelingen die de Staatscommissie-Cals/Donner (1967-1971) deed, was dat echter veel minder het geval. Feitelijk zijn alle adviezen sinds 1917 over staatkundige vernieuwing, zoals over invoering van een referendum, een andere wijze van grondwetsherziening, de positie van de Eerste Kamer of een gekozen formateur, zonder resultaat gebleven. Dat was (vooralsnog) ook het geval met adviezen van de Commissie-De Koning (1991) en van de Nationale conventie (2006, formeel geen staatscommissie).

  1. De functie van staatscommissies voor grondwetsherziening[dode link], Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  2. Toon Kerkhoff & Joshua Martina, Beleid en Maatschappij 2015 (42) 2: "Advies aan de regering: staatscommissies in Nederland tussen 1814 en 1970" doi: 10.5553/BenM/138900692015042002002

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search