Terp

Zicht op de terp van Hogebeintum (Friesland).
Zicht op de terp van Hogebeintum (Friesland).
De goudschat uit de zevende eeuw, in 1866 gevonden in de terp van Wieuwerd (Friesland).

Een terp is een ter bewoning aangelegde verhoging in het landschap.

Het Friese woord terp is verwant aan het Nederlandse woord dorpú, Oudgermaanse varianten zijn onder andere het Gotische thaurp. Later een groep huizen, nederzetting of grondstuk. In Friesland wordt er een kunstmatige heuvel (landvorm) mee aangeduid, die werd opgeworpen om bij hoogwater een droge plek te hebben.

In Groningen wordt meestal de benaming wierde gebruikt, in Noord-Holland en het eiland Marken de benaming werf, in Noord-Duitsland de benamingen warft, wurt of wierde en in Denemarken værft, varft of verft. Berendsen (2005) stelt dat het Groningse woord wierde eigenlijk een betere benaming is dan terp, omdat het eerste 'woonheuvel' zou betekenen en het tweede 'dorp'[1] (zie ook de betreffende paragraaf) De etymologie van het woord wierde (dat mogelijk op meerdere woorden teruggaat) is volgens het WNT echter onzeker en zou eerder samenhangen met het woord 'weren' (zich verdedigen).[2]Echter kunnen wierde, maar ook werf(-t) afgeleid zijn van (op-)werpen. Verder komt terp in slechts een paar plaatsnamen voor en houden in hun betekenis geen verband met een opgeworpen heuvel (Ureterp, Olterterp, Wijnjeterp). Bij wierde-/terpdorpen komen veelvuldig Wier, Werd, (W-)aard e.d. voor.

Deze woonheuvels zijn geleidelijk ontstaan nadat bewoners zich in het Fries-Groningse kweldergebied gevestigd hadden vanaf de zesde eeuw voor Christus. Deze door aanslibbing van de zee gevormde vruchtbare gronden, op sommige plaatsen een lage kwelderwal, boden een goede woonplaats. De boeren waren echter door de stijgende zeespiegel gedwongen hun huis en have te redden op terpen, die in omvang en hoogte steeds toenamen.[3][4] Terpen kwamen voor langs de hele Waddenkust van West-Europa; in België, Noord-Nederland, Noord-Duitsland en West-Denemarken. In Groningen en Friesland liggen waarschijnlijk rond de 2000 terpen. Bij een inventarisatie in 1963 werden 587 terpen geteld in Groningen en bij een inventarisatie in 1979 955 in Friesland. Er worden echter nog regelmatig nieuwe terpen ontdekt, waarvan de meeste in de loop der tijd overslibd zijn geraakt.[5]

Hogebeintum (Hegebeintum) in Friesland is met 8,80 meter boven NAP de hoogste terp van Nederland.

  1. Citefout: Onjuist label <ref>; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam Berendsen
  2. WIERDE(1). Woordenboek der Nederlandsche Taal (1991). Geraadpleegd op 11-10-2019.
  3. J. de Rek, Van hunebed tot hanzestad I, Bosch en Keuning, Baarn, 1983, p. 48-51.
  4. L.P. Louwe Kooijmans, Verleden land: Archeologische opgravingen in Nederland, Meulenhoff Informatief, Amsterdam, 1981, p. 71.
  5. Annet Nieuwhow, Dagelijks leven op terpen en wierden. De geschiedenis van terpen- en wierdenland p. 27, noot 2 (2018). Gearchiveerd op 11 oktober 2019. Geraadpleegd op 11-10-2019.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search