Vervroegde uittreding en prepensioen

Vervroegde uittreding (VUT) is in Nederland een regeling die vervroegd stoppen met werken mogelijk maakt door een uitkering gedurende de periode van het stoppen met werken tot de leeftijd waarop een AOW-uitkering en aanvullend pensioen ingaat. De werkgever en/of de werknemers betalen de uitkeringen van de ex-werknemers die op dat moment in de VUT zitten. De werknemer heeft geen profijt van de regeling als hij voor de VUT-leeftijd vertrekt of na de VUT-leeftijd blijft werken, en ook niet als de regeling tussentijds wordt afgeschaft. De VUT had zijn hoogtijdagen tussen 1975 en 2005.

Prepensioen is vaak een combinatie van een VUT-achtige regeling en een opbouwdeel, waarbij elke werknemer spaart voor zijn eigen vervroegde uittreding.

Om eerder stoppen met werken niet te stimuleren heeft de Wet van 24 februari 2005, houdende wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en zorg en van enige andere wetten (Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling), kortweg Wet VPL, met ingang van 2005 (2006 voor op 31 december 2004 al bestaande regelingen) VUT fiscaal onaantrekkelijk gemaakt; ook is het niet meer mogelijk om fiscaal gefaciliteerd prepensioen op te bouwen.

Behoudens overgangsregelingen komen VUT-regelingen daardoor nauwelijks meer voor.

De Wet VPL schafte ook de fiscale facilitering van overbruggingslijfrente af, en introduceerde de nu ook aflopende levensloopregeling. De laatste kan onder meer gebruikt worden voor vervroegd pensioen. Soms wordt het voorgaande en de levensloopregeling gecombineerd voor een extra vroeg prepensioen, zie FLO-overgangsrecht.

Men kan nog wel het ouderdomspensioen eerder laten ingaan (met actuariële herrekening). Hoe eerder het pensioen ingaat hoe lager het pensioen is dat fiscaal gefacilieerd kan worden opgebouwd. Zie ook vervroegd pensioen.

Voor overheidspersoneel was er de Wet van 21 december 1995 tot vaststelling van een kader voor regeling van rechten en verplichtingen van overheidspersoneel, onderwijspersoneel en daarmee gelijk te stellen personeel ter zake van vrijwillig vervroegd uittreden (Wet kaderregeling vut overheidspersoneel), die is ingetrokken met de Wet van 11 oktober 2007, houdende intrekking van diverse wetten, die haar betekenis verloren hebben, op het terrein van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Voor overheidspersoneel is de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) in 1997 ingevoerd, die bestaat uit een basisdeel en een opbouwdeel. De FPU geldt nog voor wie geboren is vóór 1950.


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search