Volksliedje

Dit artikel gaat over traditionele liedjes die door een volk worden gezongen. Voor de nationale hymne, zie Volkslied (nationaal symbool), voor de volksliedjes-revival uit de tweede helft van de 20e eeuw zie Folk.
Drie zingende vrouwen met liedblad in de 17e eeuw (gravure uit Krul, Helena, 1634).
Liedblad met het volksliedje 'Daar was laatst een meisje loos', over een meisje dat als matroos gaat varen (collectie Meertens Instituut).

Volksliedjes zijn traditionele liedjes die door het gewone volk worden gezongen en mondeling worden doorgegeven. Het gaat om liedjes die eenvoudig te zingen zijn; die anoniem zijn overgeleverd; en waarvan, door de mondelinge overdracht, streekgebonden en tijdgebonden varianten zijn ontstaan in tekst en melodie. De ouderdom van deze liedjes is gewoonlijk niet meer vast te stellen.

Bekende Nederlandstalige volksliedjes zijn bijvoorbeeld: 'Aan d'oever van een snelle vliet', 'Daar was laatst een meisje loos', 'De boer had maar enen schoen', 'Des winters als het regent', 'Wel Anne-Marieken, waar gaat gij naar toe' en 'Zeg kwezelken, wilde gij dansen'.

Daarnaast werden er, vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, door bekende tekstdichters cultuurliedjes geschreven in de trant van volksliedjes, bestemd voor de actieve zangbeoefening, die ook wel met de term 'volksliedjes' worden aangeduid.[1]

Het meest gebruikte liedboek in de twintigste eeuw met historische volksliedjes was Nederlands volkslied, samengesteld door J. Pollmann en P. Tiggers (1941), waarin ruim 280 liedjes zijn opgenomen. Het Nederlandse liedonderzoek van F. van Duyse resulteerde in het vierdelige standaardwerk Het oude Nederlandsche lied (1903-08), waarin hij de varianten en overleveringsgeschiedenis van ruim 700 liederen uitvoerig beschrijft.

Er valt een grote verscheidenheid aan genres onder het volkslied, waaronder zeemansliederen, kluchtliedjes, drinkliedjes, dansliedjes, soldatenliederen, lenteliedjes, afscheidsliederen, verhalende liederen, kinderliedjes, heiligenliederen, sinterklaasliedjes enzovoort. De Nederlandse Liederenbank bevat een verzameling van ruim 175 000 Nederlandstalige volksliedjes,[2] die een indruk geeft van de verscheidenheid en de cultuur-historische waarde van het volkslied in de Nederlandse taal.

  1. Voorbeelden hiervan zijn: 'Heb je van de Zilveren vloot wel gehoord' (J.P. Heije); 'Op de grote stille heide' (P. Louwerse); 'In naam van Oranje, doe open de poort' (A.J. Schooleman); en 'De paden op, de lanen in' (A.L. de Rop).

    Het bekendste liedboek met nieuw geschreven cultuurliedjes die als volksliedjes werden uitgedragen was Kun je nog zingen, zing dan mee, samengesteld door J. Veldkamp en K. de Boer (1906).
  2. In de Liederenbank zijn ruim 175 000 Nederlandstalige volksliedjes (inclusief varianten) uit honderden bronnen van de middeleeuwen tot de eenentwintigste eeuw ontsloten. De Liederenbank is compleet tot en met de zestiende eeuw, op basis van het Repertorium van het Nederlandse Lied (2001). De Liederenbank is voor iedereen online raadpleegbaar. Geraadpleegd januari 2020.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search