Wedde (loon)

Overzicht van door Minister van Defensie gebruikte weddestroken van ~1965 tot ~2000

Wedde of soldij is het 'salaris' of 'loon' van de vrijwillig dienende militair of beroepsmilitair en de dienstplichtige militair gedurende de diensttijd.

In België wordt het woord wedde ook gebruikt voor het loon van leraren en ambtenaren.

De soldij was en is nog altijd een soldatenloon. Er bestaat een misverstand dat het woord – net als salaris – zou zijn afgeleid van het Latijnse woord voor 'zout' (sal), omdat de Romeinen hun legionairs soms uitbetaalden met het toen waardevolle zout. Soldij is echter afgeleid van de solidus[1] (het Latijnse woord voor solide), dat een Romeinse gouden munt was.

Vroeger moesten keizers, koningen en krijgsheren altijd hun soldaten kunnen betalen na bewezen diensten. Zo niet dan werd er gemuit en "betaalden" de soldaten zichzelf, door in het gebied waar ze waren te plunderen. De boeren en burgers waren dan de dupe. Meestal werden de lonen na een veldslag uitbetaald (ook omdat de krijgsheer dan minder manschappen hoefde uit te betalen). Meestal waren de soldijen niet zo hoog, zodat de soldaten zich toch nog verrijkten met plundering en diefstal van goederen in het vijandelijk gebied. Soms werd hierbij ook gemoord, denk aan de Spaanse Furie op 4 november 1576 in Antwerpen. Vroeger waren de overwinnaars vrijgevochten en dachten dat ze zich alles konden permitteren. Meestal ging het er gedisciplineerd aan toe, maar soms konden de krijgsheren hun soldaten niet in de hand houden en lieten zij alles toe, omdat ze vreesden dat de soldaten zich anders tegen hen zouden keren.

  1. Soldaat in de Etymologiebank. Zie ook Soldij aldaar.

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search